chanteren

werkw.

Uitspraak:	[ʃɑnˈterə(n)]
Afbreekpatroon:	chan·te·ren
Vervoegingen:	chanteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gechanteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

geld van iemand eisen in ruil voor het verzwijgen van iets slechts over die persoon

Voorbeelden:

`iemand chanteren met naaktfoto's`,
`De politicus liet zich niet chanteren door de vakbonden.`

Synoniemen

4 definities op Encyclo

iemand iets afdwingen door ergens mee te dreigen vb: hij kreeg 10000 euro van de directeur door te chanteren met die foto
1) Afdreigen 2) Bekoren 3) Bedreigen 4) Afknevelen 5) Afpersen
geld afpersen door dreigementen Jaar van herkomst: 1949 (Aanv WNT )
strafrecht: afdreiging; strafbaar feit waarbij onder bedreiging met smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim een ...

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van chanteren is 'chanteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gechanteerd'.

'geld van iemand eisen in ruil voor het verzwijgen van iets slechts over die persoon'

chanteren spel je C H A N T E R E N

Een ander woord chanteren is afpersen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht