[I] aangeslibd land, stuk land [II] achterbout van varken
• [voeding] het vlees van de achterkant van een varken. • [anatomie] een dikke dij van een mens.
stuk vlees van bil of schouder van varken vb: de Franse slager had een paar hammen in zijn winkel hangen plakje van de bil of schouder van een varken vb: wil jij ook ham op je brood?
[Bargoens, boeventaal] (Heim), huis. Ik smeer hem (ga weg) naar ham.
[Straattaal] `ik ga ham` – `ik ga helemaal los`, `dat feestje was echt helemaal ham!`- `dat feestje was geweldig!` (dit spreek je uit als het Engelse woord `ham` – hem, het is een afkorting voor `hard as a motherfucker`).