de grootspraak

zelfst.naamw. (m.)

opschepperij, bluf, dikdoenerij, jezelf belangrijker maken dan je bent


Bron: WikiWoordenboek.

Synoniemen
branie   bravoure   dikdoenerij   gebluf   gebral   gepoch   opschepperij   snoeverij   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Overdrijving 2) Gasconnade 3) Volwassen taal overdrijft 4) Ophef 5) Snoeverij 6) Opschepperij 7) Gezwets 8) Bombarie 9) Pocherij 10) Bluf 11) Blague 12) Dikdoenerij 13) Ostentatie 14) Zwetserij 15) Gebluf 16) Branie 17) Bravoure 18) Gebral 19) Gepoch 20) Gepuf 21) Gesnork
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de grootspraak' of 'het grootspraak'?
Het is 'de grootspraak', want grootspraak is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die grootspraak'.
Wat betekent grootspraak?
'opschepperij, bluf, dikdoenerij, jezelf belangrijker maken dan je bent'
Hoe spel je grootspraak?
grootspraak spel je G R O O T S P R A A K
Wat is een ander woord voor grootspraak?
Andere woorden voor grootspraak zijn branie, bravoure, dikdoenerij, gebluf, gebral, gepoch, opschepperij en snoeverij.

Op andere websites
Zoek grootspraak op Woordenlijst.org
Zoek grootspraak op Google
Zoek grootspraak op Wikipedia