de groothandelaar

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  groothandelaren
groothandelaars
Verbuigingen:  groothandelaartje

1) een handelaar die zijn producten van fabrikanten koopt en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars.

2) een bedrijf dat zich richt op de koop van producten van fabrikanten en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars.


Bron: WikiWoordenboek.

Synoniemen
grossier   

2 definities op Encyclo
  • 1) Grossier 2) Beroep 3) Jobber
  • iemand die voor zijn beroep handelswaar in grote partijen koopt bij producenten en importeurs en in kleinere hoeveelheden of aantallen doorverkoopt aan de kleinhandel of aan grootverbruikers; ook: het beroep van groothandelaar; handelaar in het groot bedrijf dat handelswaar in grote partijen koopt van produce...
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de groothandelaar' of 'het groothandelaar'?
Het is 'de groothandelaar', want groothandelaar is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die groothandelaar'.
Wat betekent groothandelaar?
'een handelaar die zijn producten van fabrikanten koopt en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars.' en 'een bedrijf dat zich richt op de koop van producten van fabrikanten en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars.'
Hoe spel je groothandelaar?
groothandelaar spel je G R O O T H A N D E L A A R
Wat is een ander woord voor groothandelaar?
Een ander woord groothandelaar is grossier.

Op andere websites
Zoek groothandelaar op Woordenlijst.org
Zoek groothandelaar op Google
Zoek groothandelaar op Wikipedia