gijzelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈxɛizələ(n)]
Afbreekpatroon:  gij·ze·len
Vervoegingen:  gijzelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gegijzeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

iemand gevangen houden om je zin te krijgen
Voorbeeld:  `Hij heeft twintig mensen in de trein gegijzeld.`


7 definities op Encyclo
  • •iemand gevangen nemen om daarmee een losprijs te bedingen.
  • iemand gevangen houden om bij anderen iets af te dwingen vb: de overvaller gijzelde de bankbediende
  • 1) Gevangenzetten 2) Als onderpand nemen 3) Iemand van zijn vrijheid beroven 4) Gevangennemen als onderpand 5) Gevangen nemen als onderpand
  • als gijzelaar gevangenzetten; (verouderd) iemand een bepaalde plaats aanwijzen waar hij moet verblijven totdat hij een bevel of afspraak nagekomen is
  • als gijzelaar gevangenzetten Jaar van herkomst: 1254 (MNW )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
gijzelen (als gijzelaar gevangenzetten)

Taaladvies
  1. Schrijf je gijzelaar met ei of ij? Zie gijzelaar / geizelaar
  2. Is een gijzelaar iemand die anderen gijzelt of is het iemand die zelf gegijzeld wordt? Zie Gijzelaar / gegijzelde


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van gijzelen?
De verleden tijd van gijzelen is 'gijzelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gegijzeld'.
Wat betekent gijzelen?
'iemand gevangen houden om je zin te krijgen'
Hoe spel je gijzelen?
gijzelen spel je G I J Z E L E N

Op andere websites
Zoek gijzelen op Woordenlijst.org
Zoek gijzelen op Google
Zoek gijzelen op Wikipedia