• paardenvlees gegeten hebben (=van nature onrustig zijn) • het zo zout nog niet gegeten hebben (=het zo slecht nog nooit meegemaakt hebben) • heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt) • hazenvlees gegeten hebben (=een bangerik zijn) • er geen pap van gegeten hebben (=er weinig over weten) Toon alle 9 spreekwoorden die gegeten bevatten