fijnmaken

werkw.

Uitspraak:	['fɛinmakə(n)]
Afbreekpatroon:	fijn·ma·ken
Vervoegingen:	maakte fijn (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft fijngemaakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat (iets) in zeer kleine deeltjes verdeeld wordt

Voorbeelden:

`een tablet fijnmaken voordat je hem inslikt`, `met een knoflookpers een teen knoflook fijnmaken`

malen   platdrukken   stampen   verbrijzelen   vergruizen   vermorzelen   verpletteren   

• 1) Malen 2) Vermorzelen 3) Verpulveren 4) Slijpen 5) Verpletteren 6) Snijden 7) Prakken 8) Kleinzen 9) Bewerken 10) Verbrijzelen 11) Vergruizen 12) Vermalen 13) Wrijven 14) Raspen 15) Hakken 16) Fijnscherven 17) Pureren 18) Kraken 19) Platdrukken 20) Stampen 21) Kleinen 22) Kleineren 23) Kleinsnijden

Toon uitgebreidere definities

Wat is de verleden tijd van fijnmaken?

De verleden tijd van fijnmaken is 'maakte fijn'. Het voltooid deelwoord is 'heeft fijngemaakt'.

Wat betekent fijnmaken?

'zorgen dat (iets) in zeer kleine deeltjes verdeeld wordt'

Hoe spel je fijnmaken?

fijnmaken spel je F I J N M A K E N

Wat is een ander woord voor fijnmaken?

Andere woorden voor fijnmaken zijn malen, platdrukken, stampen, verbrijzelen, vergruizen, vermorzelen en verpletteren.

Zoek fijnmaken op Woordenlijst.org
Zoek fijnmaken op Google
Zoek fijnmaken op Wikipedia