• zuivel op zuivel is voer voor de duivel (=werd gezegd als je te veel zuivel at terwijl het schaars was) • wie met de duivel uit één schotel wil eten, moet een lange lepel hebben. (=het valt niet mee iemand te bedriegen, die er zelf bedrieglijke parktijken op na houdt.) • voor geld kun je de duivel doen dansen (=met geld kun je alles gedaan krijgen) • twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed) • te dom zijn om voor de duvel/duivel te dansen (=heel erg dom zijn) Toon alle 22 spreekwoorden die duiv bevatten