dook Nederlands woordenboek

dook als dialectwoord

• doek (Neerharens) • mist (Gronings) • mist (Hogelandsters) • doek (Opglabbeeks) • doek (Lanakens) • doek (Brees)
Toon alle 24 dialectwoorden

10 definities op Encyclo

(kram/bout) Ijzeren of koperen kram of bout waarmee stukken gehouwen steen aan elkaar of aan achterliggend of onderliggend metselwerk of houtwerk worden bevestigd. Op die wijze worden ook natuurstenen neuten met stijlen van houten kozijnen of staanders verbonden. De doken worden in de natuursteen bevestigd in...
[Vergeten woorden] (v.) mist, nevel [= Gronings dook, IJslands þoka, niet ~ doom ‘damp’ of doon ‘geur’]
1. Ook: dokke, ankerstaaf. De dook verbindt steenachtige materialen , vergelijkbaar met de deuvel voor houtachtige materialen. De dook is een van roestwerend metaal vervaardigde taps toelopende pen die dient om (natuur)stenen delen onderling of met de ondergrond te verbinden. Veelal wordt voor de dook ijzer, ...
1) Indruksel 2) IJzeren bout om stenen onderling te verbinden 3) IJzeren staaf 4) Nevel 5) Betonhaak 6) Mist 7) Steenanker 8) Metalen verbindingsstuk 9) Kram
Er zijn veel manieren om natuurstenen onderdelen van een gebouw aan elkaar te bevestigen. Vanzelfsprekend worden de meeste stenen op elkaar gemetseld. Maar voor kwestbare delen die beslist niet mogen verschuiven, zoals de trommels van een zuil, biedt de dook een uitkomst. De dook is een korte metale...

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Op andere websites

Recentelijk gezocht