het dogma

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈdɔxma]
Afbreekpatroon:	dog·ma
Verbuigingen:	dogma's (meerv.)

opvatting die niet te veranderen is

Voorbeeld:	`politieke dogma's`
Synoniem:	stelling

doctrine   geloofsartikel   leerbegrip   leerstelling   stelling   vaststaande leerstelling   vaststaanleerstelling   

• vaste leerstelling, waar niet van afgeweken mag worden.
• •een vastomlijnd geloofsartikel dat aan geen beredenering meer is onderworpen.
• regel die niet te veranderen is vb: sommige regels in de katholieke kerk zijn dogma's
• Let op: Spelling van 1858 leerpunt, leerstelling, leerstuk, geloofsartikel. Dogmatisch, leerstellig, de geloofsleer, bijzonder de Christelijke, betreffende, Dogmatiek, dogmatica, Christelijke geloofsleer, naar het stelsel der oude kerkvaders. Dogmatiseren, leerstelsels voordragen, bepalen, geloofsleer verspre...
• [christendom] (Grieks: bevel, besluit). Op gezag berustende en in bepaalde kring als waarheid erkende uitspraak. Binnen de christelijke traditie kreeg het woord de betekenis van bindende uitspraak over het geloof of een onderdeel ervan. Hoewel het bijvoeglijk naamwoord dogmatisch van dogma is afgeleid, heeft ...

Toon uitgebreidere definities

• dogmaticus• dogmatiek• dogmatisch• dogmatisme

dogma (leerstelling; geloofsleer)

Is het 'de dogma' of 'het dogma'?

Het is 'het dogma', want dogma is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat dogma'.

Wat is het meervoud van dogma?

Het meervoud van dogma is 'dogma's'. Eén dogma, twee dogma's.

Wat betekent dogma?

'opvatting die niet te veranderen is'

Hoe spel je dogma?

dogma spel je D O G M A

Wat is een ander woord voor dogma?

Andere woorden voor dogma zijn doctrine, geloofsartikel, leerbegrip, leerstelling, stelling, vaststaande leerstelling en vaststaanleerstelling.

Zoek dogma op Woordenlijst.org
Zoek dogma op Google
Zoek dogma op Wikipedia