de discipel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [di'sipəl]
Afbreekpatroon:  dis·ci·pel
Verbuigingen:  discipelen, discipels (meerv.)

volgeling (van een leermeester)
Voorbeelden:  `de twaalf discipelen van Jezus`,
`Die misdadigers zijn discipelen van de duivel.`
Synoniem:  aanhanger


Synoniemen
aanhanger   navolger   volgeling   

8 definities op Encyclo
  • volgeling en leerling vb: Jezus had twaalf discipelen
  • Let op: Spelling van 1858 een scholier, leerling. Discipline, de tucht. Disciplineren, in bedwang houden, aan tucht en orde gewennen
  • woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) leerling, volgeling.
  • 1) Aanhanger van een sekte 2) Leerling 3) Acoliet 4) Vriend 5) Adept 6) Navolger 7) Aanhanger 8) Volgeling van jezus 9) Volgeling 10) Volgeling van een leider 11) Jongere 12) Apostel
  • Een 'discipel' (Latijn 'discipulus, -i') is een leerling of een volgeling van een leider.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
discipel (leerling, volgeling)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de discipel' of 'het discipel'?
Het is 'de discipel', want discipel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die discipel'.
Wat is het meervoud van discipel?
Het meervoud van discipel is 'discipelen' maar ook 'discipels'.
Wat betekent discipel?
'volgeling (van een leermeester)'
Hoe spel je discipel?
discipel spel je D I S C I P E L
Wat is een ander woord voor discipel?
Andere woorden voor discipel zijn aanhanger, navolger en volgeling.

Op andere websites
Zoek discipel op Woordenlijst.org
Zoek discipel op Google
Zoek discipel op Wikipedia