confisqueren

werkw.
Uitspraak:  [kɔnfɪs'kerə(n)]
Afbreekpatroon:  con·fis·que·ren
Vervoegingen:  confisqueerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geconfisqueerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

in beslag nemen
Voorbeeld:  `illegale goederen confisqueren`
Synoniem:  afpakken


8 definities op Encyclo
  • • [ov] van staatswege in beslag nemen.
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] verbeurd verklaren ten bate der openbare schatkist. Lat. confiscus = met of bij de schattingen.
  • 1) Verbeurdverklaren 2) In beslag nemen
  • beslagrecht: gerechtelijke inbeslagneming; verbeurdverklaring. ...
  • gerechtelijk in beslag nemen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
confisqueren (verbeurdverklaren)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van confisqueren?
De verleden tijd van confisqueren is 'confisqueerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geconfisqueerd'.
Wat betekent confisqueren?
'in beslag nemen'
Hoe spel je confisqueren?
confisqueren spel je C O N F I S Q U E R E N

Op andere websites
Zoek confisqueren op Woordenlijst.org
Zoek confisqueren op Google
Zoek confisqueren op Wikipedia