clusteren

werkw.
Uitspraak:  ['klʏstərə(n)]
Afbreekpatroon:  clus·te·ren
Vervoegingen:  clusterde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geclusterd (volt.deelw.)

in een cluster bij elkaar brengen
Voorbeelden:  `onderzoeksgegevens clusteren`,
`Sommige baby´s clusteren de tijdstippen waarop ze borstvoeding willen, dan willen ze een tijdje achter elkaar aan de borst van de moeder.`,
`Scholen voor speciaal onderwijs in Nederland zijn geclusterd in vier groepen voor leerlingen met bepaalde beperkingen.`

Zie ook:  cluster


2 definities op Encyclo
  • 1) Bijeenschikken 2) Samenbrengen in groepen 3) Groeperen
  • Samenvoegen van elementen met vergelijkbare kenmerken tot een groepje of verzameling.
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
Wat is juist: de cluster of het cluster? Zie De / het cluster

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van clusteren?
De verleden tijd van clusteren is 'clusterde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geclusterd'.
Wat betekent clusteren?
'in een cluster bij elkaar brengen'
Hoe spel je clusteren?
clusteren spel je C L U S T E R E N

Op andere websites
Zoek clusteren op Woordenlijst.org
Zoek clusteren op Google
Zoek clusteren op Wikipedia