biechten

werkw.

Uitspraak:	[ˈbixtə(n)]
Afbreekpatroon:	biech·ten
Vervoegingen:	biechtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebiecht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

aan een priester vertellen welke verkeerde dingen je hebt gedaan

Voorbeelden:

`je zonden biechten`, `gaan biechten`

Zie ook:

biecht

opbiechten   

• • [religie] ten overstaan van een geestelijke bekennen welke religeuze wetten men overtreden heeft.
• bekennen van je zonden aan een priester vb: in het zuiden gaan veel mensen nog biechten
• 1) Zonden belijden 2) Zonden bekennen 3) Opbiechten 4) Bekennen 5) Religieuze handeling 6) Belijden 7) Schuld belijden
• Je zonden belijden [basiswoordenlijst groep 7]
• zijn zonden belijden

Toon uitgebreidere definities

• opbiechten

Schrijf je de namen van godsdienstige praktijken en voorwerpen klein of met hoofdletters, bijvoorbeeld de biecht of de Biecht? Zie biecht / Biecht

Wat is de verleden tijd van biechten?

De verleden tijd van biechten is 'biechtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebiecht'.

Wat betekent biechten?

'aan een priester vertellen welke verkeerde dingen je hebt gedaan'

Hoe spel je biechten?

biechten spel je B I E C H T E N

Wat is een ander woord voor biechten?

Een ander woord biechten is opbiechten.

Zoek biechten op Woordenlijst.org
Zoek biechten op Google
Zoek biechten op Wikipedia