betrekking, verband, contact -(WNT) - Voorbeeld: ‘Ze kwam met niemand in betrek en geen mens die enig inzicht kreeg wat er te Jantje Verdure's binnenhuis gebeurde’ - Voorbeeld: ‘'t Scheen alsof de boeren voortaan alle heerschappij over hun kouters verloren hadden - of er geen levend betrek meer bestond...