besmetten

werkw.
Uitspraak:  [bəˈsmɛtə(n)]
Afbreekpatroon:  be·smet·ten
Vervoegingen:  besmette (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft besmet (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een ziekte overbrengen (op iemand anders)
Voorbeeld:  `besmet met het aidsvirus`
Synoniemen:  aansteken, infecteren


Synoniemen
aansteken   besmet   besmetting   infecteren   

4 definities op Encyclo
  • •blootstellen aan een ziektekiem, gif of radioactief materiaal.
  • een ziekte op iemand overbrengen vb: Ahmed besmette mij met zijn verkoudheid Synoniem: aansteken
  • 1) Infecteren 2) Verontreinigen 3) Verpesten 4) Afgeven 5) Aansteken 6) Vuilmaken 7) Beduimelen 8) Bemorsen 9) Eigenzinnig 10) Beschadigen 11) Besmet 12) Besmetting 13) Bevlekken 14) Bevuilen 15) Bezoedelen 16) Een ziekte overbrengen op
  • ziektekiemen overbrengen; bevuilen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
besmetten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van besmetten?
De verleden tijd van besmetten is 'besmette'. Het voltooid deelwoord is 'heeft besmet'.
Wat betekent besmetten?
'een ziekte overbrengen (op iemand anders)'
Hoe spel je besmetten?
besmetten spel je B E S M E T T E N
Wat is een ander woord voor besmetten?
Andere woorden voor besmetten zijn aansteken, besmet, besmetting en infecteren.

Op andere websites
Zoek besmetten op Woordenlijst.org
Zoek besmetten op Google
Zoek besmetten op Wikipedia