berechten

werkw.

Uitspraak:	[bə'rɛxtə(n)]
Afbreekpatroon:	be·rech·ten
Vervoegingen:	berechtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft berecht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

als rechter je een oordeel vormen over iemands schuld en een uitspraak doen over straf

Voorbeeld:

`een beschuldigde berechten`

behandelen   vervolgen   

• de laatste sacramenten toedienen - Voorbeeld: ‘Lieve Jan. Ik laat U weten alsdat uw vader sterfziek is en de Pastor hem gister berecht heeft’ (Langs Wegen 29)
• voor de rechtbank over iemand oordelen vb: hij is berecht en heeft een straf gekregen
• 1) Rechtspreken over 2) Rechten 3) Recht spreken over 4) Behandelen 5) Vervolgen 6) Veroordelen
• Het beëindigen van een geschil door middel van een juridisch proces

Toon uitgebreidere definities

berechten (rechtspreken over, de laatste sacramenten toedienen)

Wat is de verleden tijd van berechten?

De verleden tijd van berechten is 'berechtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft berecht'.

Wat betekent berechten?

'als rechter je een oordeel vormen over iemands schuld en een uitspraak doen over straf'

Hoe spel je berechten?

berechten spel je B E R E C H T E N

Wat is een ander woord voor berechten?

Andere woorden voor berechten zijn behandelen en vervolgen.

Zoek berechten op Woordenlijst.org
Zoek berechten op Google
Zoek berechten op Wikipedia