het achterwiel

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['ɑxtərwil]
Afbreekpatroon:	ach·ter·wiel
Verbuigingen:	achterwielen (meerv.)

wiel aan de achterkant van je voertuig

Antoniem:

voorwiel

• Amsterdams woord voor rijksdaalder
• (Bargoens, 1914) rijksdaalder
• (Amsterdams) een rijksdaalder (2,50)
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] volksbenaming voor het 2½ Guldenstuk, met bijgedachte aan de achterste, grootste wielen van een rijtuig; de gulden heet dan voorwiel of wiel, ook pop naar den ouden stempel met het beeld der vrijheid; daarom voorheen stokmannetje thans ook kopstuk.
• [Bargoens, boeventaal] rijksdaalder. Er is me een achterwiel voor dien joekel (hond) geboden.

Toon uitgebreidere definities

• achterwielaandrijving

Is het 'de achterwiel' of 'het achterwiel'?

Het is 'het achterwiel', want achterwiel is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat achterwiel'.

Wat is het meervoud van achterwiel?

Het meervoud van achterwiel is 'achterwielen'. Eén achterwiel, twee achterwielen.

Wat betekent achterwiel?

'wiel aan de achterkant van je voertuig'

Hoe spel je achterwiel?

achterwiel spel je A C H T E R W I E L

Zoek achterwiel op Woordenlijst.org
Zoek achterwiel op Google
Zoek achterwiel op Wikipedia