de bengel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['bɛŋəl]
Afbreekpatroon:  ben·gel
Verbuigingen:  bengels (meerv.)

ondeugende jongen of meisje
Voorbeeld:  `je hebt engeltjes en bengeltjes`
Synoniem:  kwajongen


Synoniemen
deugniet   guit   kwajongen   ondeugd   schavuit   vlegel   

8 definities op Encyclo
  • kleine luidklok.
  • (verouderd) stok; deugniet
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens) ketting.
  • [Bargoens, boeventaal] een tik met een bengel, (een horloge met ketting of signetten).
  • 1) Strabender 2) Hangjongere 3) Straatjongen 4) Vlegel 5) Schavuit 6) Stouterd 7) Ondeugende jongen 8) Strop 9) Schalk 10) Schelm 11) Handvat 12) Handgreep 13) Lummel 14) Belhamel 15) Schobbejak 16) Ondeugd 17) Rekel 18) Guit 19) Deel van een klok 20) Kootjongen 21) Deugniet 22) Deel van een uurwerk
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bengel:
bengelbusbengelenbengelend

Deze woorden eindigen op bengel:
buurtbengel

Herkomst volgens etymologiebank.nl
bengel (deugniet)

Taaladvies
Waar komt het woord doerak vandaan? Is het misschien een verkorting van doe maar raak? Zie Doerak

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bengel' of 'het bengel'?
Het is 'de bengel', want bengel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die bengel'.
Wat is het meervoud van bengel?
Het meervoud van bengel is 'bengels'. Eén bengel, twee bengels.
Wat betekent bengel?
'ondeugende jongen of meisje'
Hoe spel je bengel?
bengel spel je B E N G E L
Wat is een ander woord voor bengel?
Andere woorden voor bengel zijn deugniet, guit, kwajongen, ondeugd, schavuit en vlegel.

Op andere websites
Zoek bengel op Woordenlijst.org
Zoek bengel op Google
Zoek bengel op Wikipedia