belanden

werkw.

Uitspraak:	[bəˈlɑndə(n)]
Afbreekpatroon:	be·lan·den
Vervoegingen:	belandde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is beland (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

ergens komen

Voorbeelden:	`in de bosjes belanden`, `bij de verkeerde persoon belanden`, `Waar zijn we nu weer beland?`
Synoniem:	terechtkomen

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• van de wal in de sloot belanden (=vanuit een slechte situatie terechtkomen in een situatie die nóg slechter is)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo

grenzen, palen, gelegen aan - Voorbeeld: ‘Nu was het Schellebelle niet alleen (...) maar de vlaschaard zelf, met al 't geen er aan en rond belandde, die oorzaak waren van het behagelijk gevoel dat hem met geluk oversmoorde’ - Voorbeeld: ‘Zij was 't enig levend wezen waaraan hij hier kennis had en belan...
er toevallig komen of neerkomen vb: uiteindelijk belandden we in Zwitserland Synoniem: terechtkomen
1) Verzeild raken 2) Verzeilen 3) Aankomen 4) Betreffen 5) Neerkomen 6) Terechtkomen 7) Aanlanden 8) Geraken 9) Stranden 10) Aanbelanden
ergens (tegen een oever) terechtkomen.

Deze woorden eindigen op belanden:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van belanden is 'belandde'. Het voltooid deelwoord is 'is beland'.

'ergens komen'

belanden spel je B E L A N D E N

Andere woorden voor belanden zijn aankomen, geraken, terechtkomen en verzeilen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht