gejaagd, onrustig, zenuwachtig, angstig - Voorbeeld: ‘Daar streven ouders en kinderen naar hetzelfde doel, spannen dezelfde streng, bejaagd door de drift om, nu zij de kans zien, er bovenop te komen’ - Voorbeeld: ‘Ze zette zich weer op de stoel, maar zo seffens zag zij Ghielen weer bejaagd rondzwieren ...