barbecueën

werkw.
Uitspraak:  [ˈbɑ:rbəkjuwə(n)]
Afbreekpatroon:  bar·be·cue·en
Vervoegingen:  barbecuede (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gebarbecued (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

eten bereiden op de barbecue (1) en daarna opeten
Voorbeelden:  `tot laat in de avond barbecueën in de tuin`,
`iemand uitnodigen om te barbecueën`

Zie ook:  barbecue


5 definities op Encyclo
  • Het op een rooster boven een gloeiend houtskoolvuur (of alternatief) gaarmaken van vlees, vis, groenten, fruit of andere producten In essentie bestaat een barbecue uit een vuurbak voor de gloeiende kooltjes en een metalen rooster om de gerechten boven de gloeiende kooltjes te houden
  • 1) Vleesbereiding 2) Bereidingswijze 3) Buiten eten bereiden 4) Vlees roosteren 5) Zomerse wijze van eten bereiden 6) Roosteren 7) Grilleren 8) Grillen
  • Boven een heet vuur of boven gloeiende kolen grillen.
  • boven een heet vuur of boven gloeiende kolen grillen.
  • Het boven een gloeiend houtskoolvuur roosteren van voedsel.
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
  1. Wat is juist: barbecueën of barbecuen? Zie Barbecuen / barbecueën
  2. Wordt het Engelse werkwoord to barbecue in het Nederlands vervoegd als barbecueën of barbecueen? Zie barbecueen / barbecueën
  3. Schrijf je dit woord met een trema, of niet, ze barbecueën of ze barbecueen? Zie ze barbecueën / ze barbecueen


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van barbecueën?
De verleden tijd van barbecueën is 'barbecuede'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebarbecued'.
Wat betekent barbecueën?
'eten bereiden op de barbecue en daarna opeten'
Hoe spel je barbecueën?
barbecueën spel je B A R B E C U E E-umlaut N

Op andere websites
Zoek barbecueën op Woordenlijst.org
Zoek barbecueën op Google
Zoek barbecueën op Wikipedia