bakkeleien

werkw.

Uitspraak:	[bɑkə'lɛiə(n)]
Afbreekpatroon:	bak·ke·lei·en
Vervoegingen:	bakkeleide (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebakkeleid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

op ruziënde toon met elkaar praten

Voorbeelden:

`bakkeleiende automobilisten`, `staan te bakkeleien`

bekvechten   duelleren   hakketakken   kampen   kiften   knokken   matten   ruzieën   twisten   vechten   

• (Amsterdams) ruzie maken zonder fysiek geweld, bekvechten
• 1) Ruzie maken 2) Strijden 3) Plukharen 4) Duelleren 5) Hakketakken 6) Worstelen 7) Kiften 8) Ruzieën 9) Ruziemaken 10) Kibbelen 11) Kampen 12) Matten 13) Twisten 14) Bekvechten 15) Borstelen 16) Vechten 17) Knokken
• bekvechten

Toon uitgebreidere definities

bakkeleien (kibbelen)

1. Schrijf je bakkeleien met ei of ij? Zie bakkeleien / bakkelijen
2. Schrijf je gebakkelei met ei of ij? Zie gebakkelei / gebakkelij

Wat is de verleden tijd van bakkeleien?

De verleden tijd van bakkeleien is 'bakkeleide'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebakkeleid'.

Wat betekent bakkeleien?

'op ruziënde toon met elkaar praten'

Hoe spel je bakkeleien?

bakkeleien spel je B A K K E L E I E N

Wat is een ander woord voor bakkeleien?

Andere woorden voor bakkeleien zijn bekvechten, duelleren, hakketakken, kampen, kiften, knokken, matten, ruzieën, twisten en vechten.

Zoek bakkeleien op Woordenlijst.org
Zoek bakkeleien op Google
Zoek bakkeleien op Wikipedia