de apostel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [aˈpɔstəl]
Afbreekpatroon:  apos·tel
Verbuigingen:  apostelen, apostels (meerv.)

één van de twaalf leerlingen van Jezus
Voorbeeld:  `Paulus wordt wel de dertiende apostel genoemd`
Synoniem:  discipel


Synoniemen
discipel   

12 definities op Encyclo
  •  Gezondene, zendbode van Jezus om het  evangelie te verkondigen
  • [I] (verouderd) boegstuk, twee opstaande houten die tegen de voorsteven zijn geplaatst [II] godsgezant
  • •elk van de voornaamste twaalf leerlingen van Jezus en eerste verkondigers van het christendom. •verkondiger van een nieuwe leer.
  • leerling van Jezus vb: Jezus had twaalf apostelen
  • Let op: Spelling van 1858 gezant, leergezant. Apostolische, van eenen apostel afkomstig. Apostolische stoel, pauselijke waardigheid. Apostolische Koning, titel des Konings van Hongarije
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met apostel:
apostelschap

Deze woorden eindigen op apostel:
achterapostelaartsapostel

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. apostel ( door Christus gezondene)
  2. apostel (onderdeel van een schip)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de apostel' of 'het apostel'?
Het is 'de apostel', want apostel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die apostel'.
Wat is het meervoud van apostel?
Het meervoud van apostel is 'apostelen' maar ook 'apostels'.
Wat betekent apostel?
'één van de twaalf leerlingen van Jezus'
Hoe spel je apostel?
apostel spel je A P O S T E L
Wat is een ander woord voor apostel?
Een ander woord apostel is discipel.

Op andere websites
Zoek apostel op Woordenlijst.org
Zoek apostel op Google
Zoek apostel op Wikipedia