• voor anker gaan (=ergens gaan wonen en langer verblijven) • om de kracht van het anker te voelen moet men de storm trotseren (=pas als men iets ernstig meemaakt, weet men op wie men kan vertrouwen) • je anker kappen/lichten (=er met spoed vandoor gaan) • het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen) Naar de spreekwoorden
25 definities op Encyclo
Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 muurhaak: stuk ijzer om muren met elkaar te verbinden.
Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 ijzeren houvast in steenen muren.
(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Anker``] De twee hoofdsoorten der gewone ijzeren ankers zijn de balkankers en de dreggen. Het balkanker bestaat uit, de schaft, die alle overige deelen te zamen verbindt en aan het boveneinde voorzien is van eenen ankerring, waardoor de ankerkabel of van eene harp, waard...
[I] gestel om schip vast te leggen; ijzeren houvast [II] inhoudsmaat