afwezig

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ɑfˈwezəx]
Afbreekpatroon:	af·we·zig

1) als je er niet bent

Voorbeeld:	`afwezig zijn bij een vergadering`
Antoniem:	aanwezig

2) met je gedachten ergens anders

Voorbeeld:	`in de klas afwezig uit het raam staren`
Synoniem:	verstrooid

absent   dromerig   elders   gedachteloos   negatief   aanwezig (antoniem)   tegenwoordig (antoniem)   

• •het niet op een bepaald tijdstip en plaats zijn. (+audio)
• er niet zijn vb: hoeveel studenten waren vandaag afwezig? Tegenstellingen: aanwezig present er niet met je hoofd bij zijn, niet opletten vb: wat zit je weer afwezig te kijken! Tegenstelling: wakker
• 1) Weg 2) Mankerend 3) Uit 4) Dromerig 5) Gedachteloos 6) Niet aanwezig 7) Niet op bezoek 8) Afgetrokken 9) Niet ter plaatse 10) Absent 11) Niet thuis 12) Verstrooid 13) Negatief 14) Zonder gevoel of verstand 15) Elders
• absent Jaar van herkomst: 1599 (Kil. )
• Niet aanwezig.

Toon uitgebreidere definities

• afwezige• afwezigheid• afwezigheidsattest• afwezigheidslijst

afwezig (niet aanwezig)

Wat betekent afwezig?

'als je er niet bent' en 'met je gedachten ergens anders'

Hoe spel je afwezig?

afwezig spel je A F W E Z I G

Wat is een ander woord voor afwezig?

Andere woorden voor afwezig zijn absent, dromerig, elders, gedachteloos en negatief.

Wat is het tegenovergestelde van afwezig?

Antoniemen van afwezig zijn aanwezig en tegenwoordig.

Zoek afwezig op Woordenlijst.org
Zoek afwezig op Google
Zoek afwezig op Wikipedia