afstijgen

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfstɛixə(n)]
Afbreekpatroon:  af·stij·gen
Vervoegingen:  steeg af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is afgestegen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

van een paard of ander rijdier afstappen
Voorbeeld:  `De ruiter moet leren op- en af te stijgen.`
Antoniem:  opstijgen


Synoniemen
afdalen   afklimmen   afstappen   omlaagklauteren   

2 definities op Encyclo
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afstijgen``] Zie Opstijgen
  • 1) Nederstijgen 2) Naar beneden komen 3) Naar beneden gaan 4) Omlaagklauteren 5) Afstappen 6) Afklimmen 7) Afdalen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
afstijgen (naar beneden gaan)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afstijgen?
De verleden tijd van afstijgen is 'steeg af'. Het voltooid deelwoord is 'is afgestegen'.
Wat betekent afstijgen?
'van een paard of ander rijdier afstappen'
Hoe spel je afstijgen?
afstijgen spel je A F S T I J G E N
Wat is een ander woord voor afstijgen?
Andere woorden voor afstijgen zijn afdalen, afklimmen, afstappen en omlaagklauteren.

Op andere websites
Zoek afstijgen op Woordenlijst.org
Zoek afstijgen op Google
Zoek afstijgen op Wikipedia