de afrit

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈɑfrɪt]
Afbreekpatroon:	af·rit
Verbuigingen:	afritten (meerv.)

weg waarmee je van een hoofdweg af gaat

Voorbeeld:

`bij de volgende afrit afslaan`

afslag   vertrek   oprit (antoniem)   

• •een verkeersweg waarlangs men naar beneden van een autoweg of autosnelweg af kan rijden.
• 1) Afslag van een autoweg 2) Afweg 3) Knooppunt 4) Vertrek 5) Vertakking van een autosnelweg 6) Naar beneden hellende weg 7) Rijstrook 8) Uitrit 9) Uitvoegstrook 10) Deel van een snelweg 11) Deel van een autoweg 12) Afwaarts hellende rijbaan 13) Afslag van een hoofdweg 14) Afslag op een autoweg 15) Afslag
• Een 'afrit' of uitvoeging van een autosnelweg is een rijstrook met beperkte lengte waarop bestuurders snelheid kunnen minderen om uit te voegen (dus om de hoofdrijbaan te verlaten).
• helling waarlangs men naar beneden kan rijden; uitrit van een snelweg

Toon uitgebreidere definities

• snelwegafrit

Is het 'de afrit' of 'het afrit'?

Het is 'de afrit', want afrit is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die afrit'.

Wat is het meervoud van afrit?

Het meervoud van afrit is 'afritten'. Eén afrit, twee afritten.

Wat betekent afrit?

'weg waarmee je van een hoofdweg af gaat'

Hoe spel je afrit?

afrit spel je A F R I T

Wat is een ander woord voor afrit?

Andere woorden voor afrit zijn afslag en vertrek.

Wat is het tegenovergestelde van afrit?

Een antoniem van afrit is oprit.

Zoek afrit op Woordenlijst.org
Zoek afrit op Google
Zoek afrit op Wikipedia