afrijden

werkw.

Uitspraak:	['ɑfrɛidə(n)]
Afbreekpatroon:	af·rij·den
Vervoegingen:	reed af (verl.tijd enkelv.) Toon alle vervoegingen

1) praktijkexamen doen voor je rijbewijs

Vervoegingen:	heeft, is afgereden (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`Je moet een bedrag betalen om af te rijden.`

2) rijden in de richting van

Vervoegingen:	is afgereden (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`een auto op je zien afrijden`

3) rijdend verwijderen of doen losraken

Vervoegingen:	heeft afgereden (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`de zijspiegel van een geparkeerde auto afrijden`

Synoniemen

5 definities op Encyclo

[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Afrijden``] Eenen afstand A. om hem te meten; men kan dit op tweederlei wijzen doen, vooreerst in galop, terwijl men de galopsprongen van het paard telt; men moet dan de verhouding dier sprongen tot de eene of andere gebruikelijke lengtemaat kennen; ten tweede door in st...
1) Rijexamen afleggen 2) Afrossen 3) Omlaagrijden 4) Afmatten 5) Dresseren 6) Praktijkexamen doen voor je rijbewijs
aan schip gedurende een storm met de kop in de wind laten liggen, achter een uitgezet anker.
bij stormweer: met de wind en de golfslag mee varen en daarbij trachten zo min mogelijk snelheid te maken. Ook wel lenzen genoemd. Afrijden heeft steeds meer de betekenis van 'een storm(bui) maar zo goed mogelijk door zien te komen' gekregen. De methodes, die men daarvoor kan gebruiken zijn legio.
Examen van rijles doen. [basiswoordenlijst groep 7]

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

'praktijkexamen doen voor je rijbewijs' en 'rijden in de richting van' en 'rijdend verwijderen of doen losraken'

afrijden spel je A F R I J D E N

Een ander woord afrijden is omlaagrijden.

Op andere websites

Recentelijk gezocht