afladen

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfladə(n)]
Afbreekpatroon:  af·la·den
Vervoegingen:  laadde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgeladen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (lading) van een voertuig afhalen
Voorbeeld:  `hout afladen`
Antoniem:  opladen

2) (een voertuig) ontdoen van zijn lading
Voorbeeld:  `een vrachtwagen afladen`
Antoniem:  opladen


Synoniemen
iets uitladen   lossen   ontladen   uitladen   

3 definities op Encyclo
  • 1) Afnemen 2) Lossen 3) Afpakken 4) Van vracht ontdoen 5) Van zijn lading ontdoen 6) Volladen 7) Aflossen 8) Ontladen 9) Uitnemen 10) Ontdoen van lading 11) Uitladen
  • 1> een schip tot aan het dek, het bovenboord, of de ijken beladen. 2> alle ruimte aan dek of alle ruimte aan boord benutten. 3> de toelast laden.
  • lossen, ontladen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afladen?
De verleden tijd van afladen is 'laadde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgeladen'.
Wat betekent afladen?
'(lading) van een voertuig afhalen' en '(een voertuig) ontdoen van zijn lading'
Hoe spel je afladen?
afladen spel je A F L A D E N
Wat is een ander woord voor afladen?
Andere woorden voor afladen zijn iets uitladen, lossen, ontladen en uitladen.

Op andere websites
Zoek afladen op Woordenlijst.org
Zoek afladen op Google
Zoek afladen op Wikipedia