afjakkeren

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfjɑkərə(n)]
Afbreekpatroon:  af·jak·ke·ren
Vervoegingen:  jakkerde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgejakkerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (iemand) afgepeigerd maken door veel te zwaar werk
Voorbeelden:  `je personeel afjakkeren`,
`je lichaam zo afjakkeren dat je te moe bent om nog wat anders te doen`
Synoniem:  afbeulen

2) idioot hard gaan (op een weg of baan)
Voorbeelden:  `met vol gas de snelweg A4 afjakkeren`,
`een supergrote glijbaan afjakkeren`


Synoniemen
afbeulen   afraffelen   afsloven   ploeteren   sappelen   sloven   zwoegen   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Afsloven 2) Afrossen 3) Zwoegen 4) Afraffelen 5) Uitputten 6) Ploeteren 7) Sloven 8) Afjachten 9) Afbeulen 10) Sappelen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
afjakkeren

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afjakkeren?
De verleden tijd van afjakkeren is 'jakkerde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgejakkerd'.
Wat betekent afjakkeren?
'(iemand) afgepeigerd maken door veel te zwaar werk' en 'idioot hard gaan (op een weg of baan)'
Hoe spel je afjakkeren?
afjakkeren spel je A F J A K K E R E N
Wat is een ander woord voor afjakkeren?
Andere woorden voor afjakkeren zijn afbeulen, afraffelen, afsloven, ploeteren, sappelen, sloven en zwoegen.

Op andere websites
Zoek afjakkeren op Woordenlijst.org
Zoek afjakkeren op Google
Zoek afjakkeren op Wikipedia