uitstallen

werkw.
Uitspraak:  ['œytstɑlə(n)]
Afbreekpatroon:  uit·stal·len
Vervoegingen:  stalde uit (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft uitgestald (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(waren) zo neerleggen dat iedereen ze goed kan zien
Voorbeelden:  `je biologische producten uitstallen in je marktkraam`,
`kerstartikelen uitstallen in de etalage`


Synoniemen
etaleren   tentoonspreiden   tentoonstellen   tonen   uitsmeren   uitspreiden   

3 definities op Encyclo
  • zo neerleggen dat iedereen alles goed kan zien vb: de koopman stalde zijn spullen uit op de kraam
  • 1) Tentoonstellen 2) Tentoonspreiden 3) Opstellen 4) Uitsmeren 5) Exhiberen 6) Uitspreiden 7) Tonen 8) Voordoen 9) Displayen 10) Etaleren
  • Uitstallen is waren aantrekkelijk opstellen om het publiek tot kopen te verleiden. Het is nagenoeg hetzelfde als etaleren . [basiswoordenlijst groep 5]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitstallen?
De verleden tijd van uitstallen is 'stalde uit'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgestald'.
Wat betekent uitstallen?
'(waren) zo neerleggen dat iedereen ze goed kan zien'
Hoe spel je uitstallen?
uitstallen spel je U I T S T A L L E N
Wat is een ander woord voor uitstallen?
Andere woorden voor uitstallen zijn etaleren, tentoonspreiden, tentoonstellen, tonen, uitsmeren en uitspreiden.

Op andere websites
Zoek uitstallen op Woordenlijst.org
Zoek uitstallen op Google
Zoek uitstallen op Wikipedia