adresseren
werkw.
1) voorzien van een naam en adres | Voorbeeld: | `een enveloppe adresseren en verzenden` | |
2) naar een plaats in je computergeheugen gaan voor het opslaan of oproepen van gegevens computers | Voorbeeld: | `Er zijn verschillende manieren van adresseren.` | |
3) (golf) een bepaalde houding innemen voor je de bal slaat sport | Voorbeeld: | `tijdens het adresseren een goede houding bereiken en houden` | |
7 definities op Encyclo
- • [ov] een adres ter verzending op een poststuk aanbrengen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
- 1) Aan iemand richten 2) Richten tot 3) Richten aan 4) Van naam en woonplaats voorzien 5) Rekestreren
- aan iem. richten Jaar van herkomst: 1512 (HWS )
- Adresseren is een brief of mailtje van een adres voorzien. Je kunt ook een probleem adresseren, dan probeer je het probleem op te lossen. [basiswoordenlijst groep 5]
- Adresseren is klaar gaan staan om de bal te slaan. Het positioneren van lichaam en club voorafgaand aan de slag.
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
adresseren (aan iem. richten)Taaladvies
- Is bestemmeling een correct woord voor een geadresseerde? Zie bestemmeling / geadresseerde / ontvanger
- Is to address een algemeen geaccepteerd anglicisme voor adresseren (`aanpakken`)? Zie to address / adresseren (`aanpakken`)
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van adresseren?
De verleden tijd van adresseren is 'adresseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geadresseerd'.
Wat betekent adresseren?
'voorzien van een naam en adres' en 'naar een plaats in je computergeheugen gaan voor het opslaan of oproepen van gegevens' en '(golf) een bepaalde houding innemen voor je de bal slaat'
Hoe spel je adresseren?
adresseren spel je A D R E S S E R E N Op andere websites
Zoek
adresseren op Woordenlijst.org
Zoek
adresseren op Google
Zoek
adresseren op Wikipedia