Nederlandstalig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [nedərlɑn(t)s'taləx]
Afbreekpatroon:  Ne·der·lands·ta·lig

1) (van iemand) de Nederlandse taal beheersend
Voorbeeld:  `Ze is van oorsprong Nederlandstalig, maar met haar man en kinderen spreekt ze altijd Spaans.`

2) in de Nederlandse taal
Voorbeeld:  `Bij de balie kunt u een Nederlandstalige audioguide krijgen.`


Taaladvies
  1. (hoofdletter?) Worden woorden als frans-, engels- en duitstalig met een kleine letter of met een hoofdletter geschreven? Zie Franstalig
  2. Moet je afleidingen van de naam van een taal, een dialect of een andere taalvariëteit met een hoofdletter schrijven? Zie Franstalig / franstalig


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent Nederlandstalig?
'(van iemand) de Nederlandse taal beheersend' en 'in de Nederlandse taal'
Hoe spel je Nederlandstalig?
Nederlandstalig spel je Hoofdletter-N E D E R L A N D S T A L I G

Op andere websites
Zoek Nederlandstalig op Woordenlijst.org
Zoek Nederlandstalig op Google
Zoek Nederlandstalig op Wikipedia