4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `volk`
- als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- met onbevaren volk is het slecht zeilen (=met onervaren mensen is het moeilijk werken)
12 betekenissen bevatten `volk`
- Jan Rap en zijn maat (=het gewone volk)
- het is er zo veilig als vlees in een hondenkot (=het is er volkomen onveilig)
- het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
- `s Lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
- een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)
- alle kusten bezoeken (=met allerlei slecht volk omgaan)
- in zulk water vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- in zulke vijvers vangt men zulke vissen (=van dat slag volk mag men dat verwachten)
- met blindheid geslagen zijn (=verblind zijn, volkomen gebrek hebben aan inzicht)
- uit het jaar nul (=volkomen ouderwets, achterhaald, uit de mode)
- adel verplicht (=wie in aanzien bij het volk staat, moet ook aan de verwachtingen van het volk voldoen)
- geen kip meer kunnen zeggen (=zoveel hebben gegeten dat je niets meer kan eten. volkomen verzadigd)
50 dialectgezegden bevatten `volk`
- 't Is èerdaodig volk (=Op hen is niets aan te merken) (Drents)
- 't is veele volk in de stoasje: gezegd van een weelderige boezem (=er is veel volk in de statie) (Klemskerks)
- 't konijneneete (=het jong volk) (Gents)
- 't konijneneten (=het jong volk) (Lovendegems)
- 't schuum van 't volk (=van het minste allooi) (Westerkwartiers)
- 't volk was muuskestil (=het publiek was muisstil) (Westerkwartiers)
- 't zag zwert van 't volk (=er was veel volk) (Meers)
- 't zie zwet van 't vollek (=er is veel volk) (winksels)
- 't Ziet ie zwet van 't volk (=Hier zijn veel Afrikanen) (Kortenbergs)
- 't zoeg zwat vant volk (='t was bomvol) (Munsterbilzen - Minsters)
- ’t zag graut van ’t volk (=er was veel volk) (Meers)
- ' t zie zwet van ' t volk (=Het is druk) (Kortenbergs)
- aaner luu benn'n ok luu (=ander volk is ook volk) (Westerkwartiers)
- benn'n we mooi onner eig'n volk (=zijn we mooi onder elkaar) (Westerkwartiers)
- d'r bleef gien old wief thuus (=heel het volk stroomde toe) (Westerkwartiers)
- d'r is volk an de deure (=er wordt aangebeld) (Twents)
- Da vramens ee veel volk in de stoase (=Die jongedame heeft een stevige boezem) (aalters)
- dat is trappekes volk (=dat is marginaal volk) (Bornems)
- Dau gau veul volk kome nau kaake (=Daar gaan velen komen naar zien (spottend)) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- De macht van ' t volk doe nen osse kipn (kippen) . (=Samenwerken loont) (Evergems)
- de vulle vloote (=een grote massa volk) (Kortemarks)
- der es veel volk in de stoase (=vrouw met grote borsten) (Gents)
- der is veul volk in de stoasse (=dikke borsten) (Antwerps)
- der wos ne schrik van volk (=er was veel volk) (Kortemarks)
- die van oever t' waoter (=arm gemeen volk) (Aalsters)
- doë wor mèr onderhaave man enne piëdskop (=er was bitter weinig volk) (Munsterbilzen - Minsters)
- doeë ès vieël begankënis (=daar komt veel volk over de vloer) (Munsterbilzen - Minsters)
- drei man en nen peirdekop (=weinig volk) (Hansbeeks)
- drie man en e pèèrdekop (=Heel weinig volk) (Veurns)
- Ein sjtök sjpèk in ein vet verreke sjtèke (=Goed bedeeld volk nog meer geven) (Berg en Terblijts)
- Er waren twie man en ne pjaarekop (=Er was weinig volk) (Herentals)
- God zeegent j'en bewoar' je van duuvels en slicht volk: wens voor een behouden tocht, gezegd wanneer iemand afscheid neemt en zich op weg begeeft. Een variant van deze uitdrukking is: God zeegent j'en bewoar' je van duuvels en Roeseloarnoars (toespeling op de leurders van de Roeselaarse nieuwmarkt, die nogal ongunstig aangeschreven stonden) (=God zegene en beware je van duivels en slecht volk) (Klemskerks)
- haaj ès vieël bëgankënës (=hier loopt veel volk rond) (Munsterbilzen - Minsters)
- hie se, daa se, wa smaate ze nei binne (=bekend volk) (herenthouts)
- hoe laoter op den aovend hoe schonder vòlk (=onverwachts, maar plezierig bezoek.) (Tilburgs)
- hoe loater op d'oav'md, hoe schoner 't volk (=bij erg laat komend bezoek :) (Westerkwartiers)
- ienen van in t sterrestroatsen (=zwaar marginaal volk) (Eekloos)
- in de foele (=in de massa volk) (Veurns)
- Jaan met de pet (=het gewone volk) (Westerkwartiers)
- jan mutte klak (=het gewone volk) (Opglabbeeks)
- jan rap en zien moat (=het gewone volk) (Westerkwartiers)
- ko'j volk gebruukn (=heb je tijd voor visite) (Vechtdals)
- kwatjes volk (=geen achterhoeker) (Achterhoeks)
- kö-j volk hem'm (=kan ik bij je op visite komen) (Vechtdals)
- kö'j volk gebroekn (=heb je ruimte voor visite) (Vechtdals)
- maan kluute, Pieroo! (weert mier gebruikt buite 't stad - an de Muije of op de Brugse Puurte, ' t Van Beeversplain, ba 't gemien volk ) / mein uure Pieroo / kbein nie takoort mee eu (=ik ben het niet met u eens) (Gents)
- mieer volk dan mènsen (=het is geen goed publiek) (Lokers)
- miër volk as mensen (=geen bekenden hier) (Wichels)
- oe laoter op den avent oe mooier volk (=laat bezoek) (Oudenbosch)
- Olala, doar es veel volk in de stoase. (=Die dame heeft een omvangrijke boezem.) (Evergems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen