4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van iemand`
- de handen van iemand aftrekken (=iemand niet langer steunen)
- je handen van iemand aftrekken (=iemand niet langer steunen)
- taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
- werk van iemand maken (=veel zorg aan iemand besteden)
33 betekenissen bevatten `van iemand`
- iemand tot op zijn hemd uitkleden (=alles van iemand afnemen, een te hoge prijs laten betalen)
- iemand om zijn vinger (kunnen) winden (=alles van iemand gedaan (kunnen) krijgen of alles mogen)
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- weten waar de aal kruipt (=de ware bedoelingen van iemand doorzien)
- de wind waait uit die hoek (=een mening van iemand uit een bepaalde groep/partij)
- iemand het hemd van het lijf vragen (=erg nieuwsgierig zijn en alles van iemand proberen te vragen)
- liefhebben als de appel van zijn oog (=erg veel van iemand houden)
- hemel en aarde bewegen (=ergens alles aan doen om het gedaan te krijgen (bv van iemand))
- iets uit de eerste hand hebben (=ergens zelf bij zijn geweest of hebben gehoord van iemand die het zelf heeft meegemaakt)
- zo komt het luie zweet eruit (=gezegd van iemand die hard werkt)
- het grondsop is voor de goddelozen (=gezegd van iemand die het laatste restje uitdrinkt)
- de maan komt al door de bomen/wolken (=gezegd van iemand die kaal begint te worden)
- een holle darm. (=gezegd van iemand die veel eet)
- een tong als een scheermes (=gezegd van iemand die venijnig uithaalt met woorden)
- de aard van het beestje (=het karakter van iemand)
- in iemands vel steken (=het lichamelijke lot van iemand anders ondervinden)
- in iemands schoenen staan (=het lot van iemand anders ondergaan)
- het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)
- hij zeit wat (=honend gezegd van iemand die iets stoms zegt)
- als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
- aan iemands voeten liggen (=iemand vereren, een absolute fan van iemand zijn)
- de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
- taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
- de bal terugkaatsen (=op een vraag die gesteld wordt geen antwoord geven, maar een tegenvraag stellen; op een kritische opmerking van iemand reageren door zelf ook meteen een kritische opmerking te maken over de ander)
- iemand op iets aankijken (=over een eigenschap of daad van iemand niet tevreden zijn)
- zijn zeis in een anders koren slaan (=stelen, zich in het werk van iemand anders bemoeien)
- iemand na in den bloede zijn (=van iemand een bloedverwant zijn)
- iemand aan zijn woord houden (=van iemand eisen dat hij zijn belofte nakomt)
- iemand de beurs lichten (=van iemand geld stelen/afhandig maken)
- voor iemand kruipen (=van iemand schrik hebben , slaafs alles doen wat hij vraagt)
- vast in het zadel zitten (=zeker van iemands positie zijn in een organisatie)
- iemand de nek toekeren (=zich minachtend van iemand afwenden)
- een loopje met iemand nemen (=zich weinig van iemand aantrekken (die de leiding heeft))
50 dialectgezegden bevatten `van iemand`
- 'n schip op 't strand, is 'n boak'n ien zee (=houdt het ongeval van iemand anders voor ogen) (Westerkwartiers)
- 'ne naakse mins kujje neet in zien tes veule (=van iemand die niks heeft, hoef je niks te verwachten) (Weerts)
- 't zal nen blijvere zijn (=van iemand die een vast lief heeft) (Zottegems)
- ' t Ergste waat dich kan euverkómme is te haoje van emes dae van einen angere hiltj! (=Het ergste wat je kan overkomen is te houden van iemand die van een andere houdt.) (Kinroois)
- As dae ziene kop op ei vêrreke stông, lösdje neemes gein spek mieër (=Geen hoge pet van iemand hebben) (Weerts)
- As me moeder me buk zou voele dan zou ze zegge: me kind ' êt kliertjes. (=uitspraak van iemand die uitgebreid en goed gegeten heeft en aan het uitbuiken is:) (Schevenings)
- as zieëne kop op e vêrke stông, lözje neemes gein spek mieër (=geen hoge dunk van iemand hebben) (Weerts)
- aste van iemëd huls, zieste zën gebraeke nie (=als je van iemand houdt, zie je veel door de vingers) (Munsterbilzen - Minsters)
- aut iemed zen hand aete (=van iemand afhankelijk zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- broek: 'k Moein der nog in zijn (=Antwoord van iemand tegen wie men zegt: `Je broek staat open`) (Lebbeeks)
- Dae höb ich ònger de taofel gezaope (=van iemand winnen bij een (bier) drinkwedstrijd) (Steins)
- dae kan zën tein geboje nie taus hagë (=hij kan zijn handen niet van iemand houden) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae pieptj wi-j 'n aoj pörs (=wordt gezegd van iemand die kortademig is) (Weerts)
- de groeve baeje (=het overlijden van iemand uit de buurt ten huize aankondigen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de liefde ès blind, zaag te boer, en hae poende zë vêrkë (=als je van iemand houdt, zie je zijn gebreken niet) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moeët pakke van iemed (=de sterkte of grootte van iemand inschatten) (Munsterbilzen - Minsters)
- de verloor'n zeun is weer thuus (=van iemand die zijn slechte leven betert) (Westerkwartiers)
- den (h) illige Staakestief, patrooën teegn de jukste: wordt ironisch gezegd van iemand met een erg stramme houding (=de heilige Stakestijf, patroon tegen de jeukste) (Klemskerks)
- den moet mar bij de schutterij (=van iemand die niet drinkt) (Genneps)
- Dendienn wor strontraupere agter den treen (=Gezegd van iemand die niet veel kan en het nooit ver zal schoppen) (Maldegems)
- Die ef nog wel een losse stuver (=Wordt gezegd van iemand die rijk is) (Giethoorns)
- die het 'n kleur as 'n bellefleur (=van iemand met een gezonde kleur) (Westerkwartiers)
- Die zal ooch nog wa koste van umstoeëte as ie stoande stèrft (=Wordt gezegd van iemand die erg verwaand is) (Zurriks)
- Dienn paais zeekers da gjee De weirlt a zeun gat angt (=van iemand die een heel hoge dunk van zichzelf heeft zegt men:) (Maldegems)
- din zal de koekoek nit mieer hure (=werd weleens gezegd van iemand die erg ziek was) (Sevenums)
- droait em omme, der goa gin rotten frang uitvoal! (=van iemand die boven zijn stand leeft) (Iepers)
- e pist neffes de seule (=van iemand die ontrouw is) (Iepers)
- e sërmaun gaeve of krijge (=iemand de levieten lezen of van iemand krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- e slecht oog in iemand ein (=een slecht gedacht van iemand hebben) (Sint-Niklaas)
- e zo'gin strooi van deerde uproapen (=van iemand die liever lui dan moe is) (Iepers)
- e zoet de duvels doen dansn (=van iemand die overal ruzie stookt) (Iepers)
- e'nes ze schuppe gekeerd (=van iemand die pas overleden is) (Iepers)
- e'nes ze schuppe gekeust (=van iemand die vertrokken is) (Iepers)
- één de nek toekeer'n (=van iemand weglopen) (Westerkwartiers)
- emes de perik oet de naas haole (=iets van iemand te weten willen komen) (Tegels)
- ên is ên in krijën is de kjunste (=iets van iemand aftroggelen) (Kaprijks)
- en'net nogoal e bitje pretenche (=van iemand met grootheidswaanzin) (Iepers)
- etwie deur de stroent trekkn (=kwaad van iemand spreken) (kortemarks)
- Fon jow horses kè je ollien maar hóófdkéés of lampioene make (=Gezegd van iemand die heel dom is) (Texels)
- ge kunt gièène kei vloan (=van iemand die niets heeft moet je niets verwachten) (Lichtervelds)
- ge zè precies een paddere mus (=van iemand die naakt staat...) (Sint-Niklaas)
- ge zoj'd èm oos ieër geven zonder bichten (=je zou hem Onze (Lieve) Heer geven zonder biechten, gezegd van iemand die zich schijnheilig voordoet) (Meers)
- gif em ne slag in ze leen en ze gat volt of (=van iemand met een tengere lichaamsbouw zegt men) (lichtervelds)
- gij he stront gefret zeker (=van iemand die lelijk kijkt of slecht gezind is) (Brechts)
- Hae haet zich good bijein geraap. (=wordt gezegd van iemand die na een ziekte goed is opgeknapt) (Steins)
- He'k eheurd van iemand diejut ezie'an het (=Heb ik gehoord van iemand die het gezien heeft) (Voorthuizens)
- Iemaand in 't schoonste stroo leigen. (=van iemand steeds het beste zien.) (Bevers)
- iemand de groond in bore (=van iemand kwaadspreken) (Geels)
- iemand zijn boeksken opendoen (=van iemand de echte waarheid vertellen) (Wetters)
- iemed aofdreige (=van iemand winnen) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen