Spreekwoorden met `reden`

Zoek

11 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `reden`

  1. de regels met voeten treden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
  2. een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
  3. in het krijt treden (=de strijd aanbinden)
  4. in het strijdperk treden (=de strijd aanvatten)
  5. men wordt wel door een mestkar maar niet door een rijtuig overreden (=goed opgevoede mensen beledigen anderen minder)
  6. op de voorgrond treden (=onder de aandacht treden)
  7. platgetreden paden/wegen (=dingen die anderen al eerder gedaan hebben)
  8. redeneren als een kip zonder kop (=erg dom redeneren)
  9. redenering van Jan Kalebas (=dwaze onlogische redenering)
  10. traag gereden is vroeg thuis. (=sneller klaar zijn door eerst goed na te denken)
  11. voor iemand in het krijt treden (=iemand helpen en verdedigen)

42 betekenissen bevatten `reden`

  1. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
  2. na gedane arbeid is het goed rusten (=als een klus geklaard is kan men er tevreden op terug kijken)
  3. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  4. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  5. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  6. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
  7. lach als je begraven wordt (=dat is geen reden om te lachen)
  8. het sluit als een bus (=de beredenering klopt)
  9. recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  10. reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
  11. korte metten maken (=doortastend optreden)
  12. spijkers met koppen slaan (=doortastend optreden)
  13. redenering van Jan Kalebas (=dwaze onlogische redenering)
  14. boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
  15. een scheve schaats rijden (=een misstap begaan. Een morele regel overtreden)
  16. de kool en de geit sparen (=een oplossing vinden waar beide partijen tevreden mee kunnen zijn)
  17. op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
  18. aan een touw trekken (=eensgezind optreden)
  19. het recht in eigen hand nemen (=eigenmachtig optreden)
  20. redeneren als een kip zonder kop (=erg dom redeneren)
  21. een gezicht als een oorwurm trekken (=erg ontevreden kijken (omdat er bijv. iets gedaan moet worden))
  22. in zijn sas zijn (=erg tevreden met iets zijn of plezier met iets hebben)
  23. er is geen huis met hem te houden (=hij is niet tevreden te stellen, je kan er geen land mee bezeilen)
  24. doorslaan als een blinde vink (=hoogst onlogisch redeneren)
  25. je kan wel dansen al is het niet met de bruid (=je kan ook wel tevreden zijn met iets minder dan het beste)
  26. de boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
  27. een lang gezicht trekken/zetten (=laten merken dat men niet tevreden is)
  28. een kinderhand is gauw gevuld (=met een kleinigheid tevreden zijn)
  29. de sterke arm der wet (=met gepast geweld optredende overheidsorganisatie, bijvoorbeeld politie of justitie)
  30. geen complimenten maken met (=niet ontzien, beslist optreden)
  31. een oogje dichtdrukken/toeknijpen/luiken (=niet optreden tegen iets wat eigenlijk niet mag. Iets gedogen)
  32. op de voorgrond treden (=onder de aandacht treden)
  33. iemand op iets aankijken (=over een eigenschap of daad van iemand niet tevreden zijn)
  34. de regels met voeten treden (=overtreden, voorschriften niet opvolgen / onbehouwen te werk gaan)
  35. geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
  36. de wereld in een doosje hebben (=tevreden en gelukkig zijn met wat iemand heeft)
  37. lachen als een boer die een hoefijzer vindt (=tevreden lachen)
  38. leven als een vis in het water (=totaal tevreden en onbekommerd leven)
  39. je kap over de haag hangen (=uittreden uit klooster of priesterschap)
  40. aan de weg timmeren (=veel activiteiten ontplooien en daarmee naar buiten treden om verandering en vernieuwing te bewerkstelligen)
  41. garnaal/spiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  42. die niets ontbreekt is rijk. (=wie tevreden is heeft geen geld nodig)

20 dialectgezegden bevatten `reden`

  1. 't e gjèn keure (=ach zo, dat is de reden of oorzaak) (Wevelgems)
  2. 't is aolt van iet da nen puit geen haor eet (=Er is voor alles wel een reden te vinden) (Bevers)
  3. 't is vandoar da't komt (=dat is de reden) (Kaprijks)
  4. 't ka nie missen dant hier.... (=daarom, dat is de reden dat het hier....) (Sint-Niklaas)
  5. 't kingd moet ne noam ein (=een vals reden opgeven voor iets) (Sint-Niklaas)
  6. alles viër èn noë gezaag (=alle reden plaats geven) (Bilzers)
  7. aste den hond wilts slaeg gaeve, vènds te wol ne goeje stêk (=je vindt wel altijd een goede reden om iemand te kraken) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. dae klaagtj mèt gezónj bein (=hij klaagt zonder reden) (Heitsers)
  9. een scheet in een fles (=veel commotie (kabaal) zonder reden) (Sint-Niklaas)
  10. elk woarom het zien doarom (=men heeft altijd wel een reden om iets te doen) (Westerkwartiers)
  11. hae klaag mit gezónj bein (=hij klaagt zonder reden) (Steins)
  12. hij dee dat plomverloor'n (=hij deed dat zonder reden) (Westerkwartiers)
  13. Justement demêe (=Om die reden) (Herns (Herne, VL-B))
  14. Lach as juh /ie begravuh wordt (=Er is helemaal geen reden om te lachen !) (Utrechts)
  15. men ken altied wel 'n stok viend'n om 'n hond te sloag'n (=je kunt, hoe dan ook, altijd wel een reden vinden om iemand te straffen) (Westerkwartiers)
  16. tès vandor dat komt (=dat is de reden) (Brakels)
  17. We reden onder de Maastunnel door. (=Door de tunnel heen) (Rotterdams)
  18. z n koetje is zo ziek nie kwou da mien koetje zo ziek was (=zonder reden over geld klagen :men zegt dan) (Zeeuws)
  19. zit nie zo te jaanke dur is pap zat (=zonder reden klagen) (Oudenbosch)
  20. Äs et niet an de fiejôele lig, lig et wel an de striekstok (=Er is altijd wel een reden te vinden) (Epers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen