4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niet veel`
- de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- niet veel meer dan een aardappel zijn (=niet erg veel voorstellen)
- niet veel om de hakken (=niet veel bijzonders)
- niet veel zaaks (=niet veel bijzonders)
13 betekenissen bevatten `niet veel`
- een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
- daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer waard)
- grote parade en klein garnizoen (=een grote vertoning maar niet veel zaaks)
- weinig om het lijf hebben (=het stelt niet veel voor.)
- met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
- iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
- niet veel om de hakken (=niet veel bijzonders)
- niet veel zaaks (=niet veel bijzonders)
- niet kapot zijn van (=niet veel op hebben met)
- van de regen in de drup (=niet veel opschieten, van moeilijke omstandigheden in nog moeilijkere omstandigheden terecht komen)
- een raadsheer met een p (=raadsheer met p is praatsheer, men heeft er niet veel aan)
- pluk maar veren van een kikvors (=van een arme kan je niet veel geld eisen)
- vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)
50 dialectgezegden bevatten `niet veel`
- 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
- 't es iet va vouëf ve ne frang (=het is niet veel waard) (Ninoofs)
- 't es nie veel apoeërt (='t is niet veel zaaks) (Meers)
- 't schilde mor 'n oar (=het scheelde niet veel) (Wichels)
- 't schiw te wjèrelt nie (=het scheelt echt niet veel) (Kaprijks)
- 't vatj es van de soep (=het beste is voorbij, er valt niet veel meer te halen) (Meers)
- ‘t is kort kieërn (=er is niet veel tijd) (Kaprijks)
- aete mèt nen hoeële tand (=niet veel eten) (Munsterbilzen - Minsters)
- as ’t raengentj en de zon sjientj, den is ’t kèrmes inne hèl (=je hebt gelijktijdig een goede en slechte situatie en dat levert meestal niet veel goeds op) (Heitsers)
- aste kènnër sjiks, kraajgste kènnërv trèg (=van gewone mensen kan je niet veel verwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
- d'er zijn gat an voaën (=niet veel moeite doen) (Kaprijks)
- d'r verzuup'm meer ien 't glaas dan ien 'e zee (=van teveel drank komt niet veel goeds) (Westerkwartiers)
- da makt ginne prei (=het maakt niet veel uit) (Dunges)
- Da pesant nie veele (=Dat hindert me niet veel) (Zelzaats)
- da schol nie veel (=het scheelde niet veel) (Sint-Niklaas)
- Da schol nie vol (=Dat scheelde niet veel) (Berghems)
- Da's niet veel beschuitjies, geun ene flikker, noppes, nou daar ken je wel veul mee, ken het er af? (=Da's niet zoveel / bijzonders) (Utrechts)
- daaj hèt mérren haendsje vol (=ze heeft niet veel voorsteven) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj konste opte vingers van één hand tülle (=dat zijn er niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae ès onder de vëkanse noë sjoeël gewès (=die heeft niet veel geleerd op school) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae haet ein lui ziej (=hij doet niet veel) (Heitsers)
- dae hèt wol viël bloeëre op zën toeng (=hij is niet veel van zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae is van achtermegaard (=dat is niet veel soeps; hij is niet van goede komaf) (Heitsers)
- dao is gein soondigse bóks aan verdeentj (=daar is niet veel aan verdiend) (Weerts)
- daor doede nie veul panne van op ut vuur (=dat levert nog niet veel op) (Oudenbosch)
- Daor guuef se gen piëp tebak veur (=Dat is niet veel waard) (Blericks)
- daor zaink vet meej (=daar heb ik niet veel aan) (Hulsters (NL))
- daovan eej der dertiene in e doozienne (=het is niet veel zaaks) (Kortemarks)
- das gene vètte (=dat is niet veel zaaks) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gene vètte (=dat is niet veel speks) (Munsterbilzen - Minsters)
- das gieëne vette (=dat brengt niet veel op) (Diesters)
- das mèr e maoger beiske (=dat bracht niet veel op) (Munsterbilzen - Minsters)
- das mér e slap beiske (=dat is niet veel (loon-werk) ) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ne graute lantiën mèr hae gif mèr ë kleen lich (=die heeft wel een grote mond, maar presteert niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
- das nie vieël sops (=dat heeft niet veel om 't lijf) (Munsterbilzen - Minsters)
- das nie vieël zaoks! (=dat betekent niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ook gene vètte (=dat brengt ook niet veel op) (Munsterbilzen - Minsters)
- dassen zoer kebabbel (kermêl) (=zij lacht niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat hef weinig um' t lief (=dat heeft niet veel te betekenen) (Achterhoeks)
- dat het niet feul om 'e hakken (=dat stelt niet veel voor) (Leewarders)
- dat het niet veul om hakk'n (=dat stelt niet veel voor) (Westerkwartiers)
- dat het weineg om' hakk'n (=dat stelt niet veel voor) (Westerkwartiers)
- dat sjol nie viël of hae wor morrie (=dat scheelde niet veel of hij was dood (mort)) (Munsterbilzen - Minsters)
- dat snidt gien holt (=dat brengt niet veel op) (Westerkwartiers)
- dat zet gien zood'n an 'e diek (=dat helpt ook niet veel) (Westerkwartiers)
- de bès toch nie van soekkër (=je kan toch niet veel verdragen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- dê beschiet nie (=dat is niet veel (stelt niet veel voor) ) (Boakels)
- dè es zen toeng kwijt--dè hèt zen toeng engeslik (=die zegt niet veel) (Bilzers)
- de grotste klappers zyn de minste doenders (=wie veel praat werkt niet veel) (Kortemarks)
- de kons wol zen ooge slaute vër feite, mè nie vër zen memoere (=zijn kop in het zand steken zal niet veel uithalen) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen