Spreekwoorden met `niet veel`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `niet veel`

  1. de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  2. niet veel meer dan een aardappel zijn (=niet erg veel voorstellen)
  3. niet veel om de hakken (=niet veel bijzonders)
  4. niet veel zaaks (=niet veel bijzonders)

13 betekenissen bevatten `niet veel`

  1. een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
  2. daar is geen oogje vet meer op (=dat is niet veel meer waard)
  3. grote parade en klein garnizoen (=een grote vertoning maar niet veel zaaks)
  4. weinig om het lijf hebben (=het stelt niet veel voor.)
  5. met een kluitje in het riet sturen (=iemand met veel woorden niet veel wijzer maken)
  6. iemand kort houden (=iemand niet veel bewegingsvrijheid geven (fig.))
  7. niet veel om de hakken (=niet veel bijzonders)
  8. niet veel zaaks (=niet veel bijzonders)
  9. niet kapot zijn van (=niet veel op hebben met)
  10. van de regen in de drup (=niet veel opschieten, van moeilijke omstandigheden in nog moeilijkere omstandigheden terecht komen)
  11. een raadsheer met een p (=raadsheer met p is praatsheer, men heeft er niet veel aan)
  12. pluk maar veren van een kikvors (=van een arme kan je niet veel geld eisen)
  13. vieze varkens worden niet vet (=wie overal vies van is, zal niet veel te eten krijgen)

50 dialectgezegden bevatten `niet veel`

  1. 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
  2. 't es iet va vouëf ve ne frang (=het is niet veel waard) (Ninoofs)
  3. 't es nie veel apoeërt (='t is niet veel zaaks) (Meers)
  4. 't schilde mor 'n oar (=het scheelde niet veel) (Wichels)
  5. 't schiw te wjèrelt nie (=het scheelt echt niet veel) (Kaprijks)
  6. 't vatj es van de soep (=het beste is voorbij, er valt niet veel meer te halen) (Meers)
  7. ‘t is kort kieërn (=er is niet veel tijd) (Kaprijks)
  8. aete mèt nen hoeële tand (=niet veel eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. as ’t raengentj en de zon sjientj, den is ’t kèrmes inne hèl (=je hebt gelijktijdig een goede en slechte situatie en dat levert meestal niet veel goeds op) (Heitsers)
  10. aste kènnër sjiks, kraajgste kènnërv trèg (=van gewone mensen kan je niet veel verwachten) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. d'er zijn gat an voaën (=niet veel moeite doen) (Kaprijks)
  12. d'r verzuup'm meer ien 't glaas dan ien 'e zee (=van teveel drank komt niet veel goeds) (Westerkwartiers)
  13. da makt ginne prei (=het maakt niet veel uit) (Dunges)
  14. Da pesant nie veele (=Dat hindert me niet veel) (Zelzaats)
  15. da schol nie veel (=het scheelde niet veel) (Sint-Niklaas)
  16. Da schol nie vol (=Dat scheelde niet veel) (Berghems)
  17. Da's niet veel beschuitjies, geun ene flikker, noppes, nou daar ken je wel veul mee, ken het er af? (=Da's niet zoveel / bijzonders) (Utrechts)
  18. daaj hèt mérren haendsje vol (=ze heeft niet veel voorsteven) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. daaj konste opte vingers van één hand tülle (=dat zijn er niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. dae ès onder de vëkanse noë sjoeël gewès (=die heeft niet veel geleerd op school) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. dae haet ein lui ziej (=hij doet niet veel) (Heitsers)
  22. dae hèt wol viël bloeëre op zën toeng (=hij is niet veel van zeggen) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. dae is van achtermegaard (=dat is niet veel soeps; hij is niet van goede komaf) (Heitsers)
  24. dao is gein soondigse bóks aan verdeentj (=daar is niet veel aan verdiend) (Weerts)
  25. daor doede nie veul panne van op ut vuur (=dat levert nog niet veel op) (Oudenbosch)
  26. Daor guuef se gen piëp tebak veur (=Dat is niet veel waard) (Blericks)
  27. daor zaink vet meej (=daar heb ik niet veel aan) (Hulsters (NL))
  28. daovan eej der dertiene in e doozienne (=het is niet veel zaaks) (Kortemarks)
  29. das gene vètte (=dat is niet veel zaaks) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. das gene vètte (=dat is niet veel speks) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. das gieëne vette (=dat brengt niet veel op) (Diesters)
  32. das mèr e maoger beiske (=dat bracht niet veel op) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. das mér e slap beiske (=dat is niet veel (loon-werk) ) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. das ne graute lantiën mèr hae gif mèr ë kleen lich (=die heeft wel een grote mond, maar presteert niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  35. das nie vieël sops (=dat heeft niet veel om 't lijf) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. das nie vieël zaoks! (=dat betekent niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. das ook gene vètte (=dat brengt ook niet veel op) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. dassen zoer kebabbel (kermêl) (=zij lacht niet veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. dat hef weinig um' t lief (=dat heeft niet veel te betekenen) (Achterhoeks)
  40. dat het niet feul om 'e hakken (=dat stelt niet veel voor) (Leewarders)
  41. dat het niet veul om hakk'n (=dat stelt niet veel voor) (Westerkwartiers)
  42. dat het weineg om' hakk'n (=dat stelt niet veel voor) (Westerkwartiers)
  43. dat sjol nie viël of hae wor morrie (=dat scheelde niet veel of hij was dood (mort)) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. dat snidt gien holt (=dat brengt niet veel op) (Westerkwartiers)
  45. dat zet gien zood'n an 'e diek (=dat helpt ook niet veel) (Westerkwartiers)
  46. de bès toch nie van soekkër (=je kan toch niet veel verdragen !) (Munsterbilzen - Minsters)
  47. dê beschiet nie (=dat is niet veel (stelt niet veel voor) ) (Boakels)
  48. dè es zen toeng kwijt--dè hèt zen toeng engeslik (=die zegt niet veel) (Bilzers)
  49. de grotste klappers zyn de minste doenders (=wie veel praat werkt niet veel) (Kortemarks)
  50. de kons wol zen ooge slaute vër feite, mè nie vër zen memoere (=zijn kop in het zand steken zal niet veel uithalen) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen