13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `hele`
- als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
- beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
- dat is alleen voor pater en mater en niet voor het hele convent (=dat is voor jou te hoog gegrepen)
- dat is het hele eieren eten (=zo zit de zaak in elkaar.)
- de heler is net zo goed als de steler (=wie gestolen goed koopt is even slecht als de dief)
- een hele jan zijn (=een grote vent zijn)
- een hele Piet (=iemand die meetelt)
- een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
- een slok op een borrel schelen (=een groot verschil maken)
- er een hele kluif aan hebben (=er een heel probleem aan hebben)
- geen oortje kunnen schelen. (=iets onbelangrijk vinden (oortje = ± een halve cent))
- helemaal van slag zijn (=in de war zijn)
- iemand met schele/scheve ogen aankijken (=iemand afgunstig bekijken)
61 betekenissen bevatten `hele`
- eén rotte appel in de mand, maakt al het gave fruit te schand (=als één persoon uit een groep zich misdraagt, wordt de hele groep erop aangekeken. / Een negatieve beïnvloeding van één persoon kan vele anderen op het slechte pad brengen.)
- van de ratten besnuffeld/gebeten zijn (=ben je nu helemaal gek!)
- beter een half ei dan een lege dop (=beter iets dan helemaal niets)
- mijn verstand staat er bij stil (=dat begrijp ik helemaal niet)
- dat is geen punt. / Daar maken we geen punt van (=dat is geen probleem. / Dat is helemaal geen argument)
- dat is een ver-van-mijn-bedshow (=dat is iets waar ik me helemaal niet mee bezighoud; dat is iets dat op grote afstand van hier gebeurt)
- dat past als een vuist in een oog (=dat past helemaal niet)
- kap en keuvel (=de hele boel)
- alles kort en klein slaan (=de hele inboedel kapot slaan)
- het heen en weer krijgen (=diarree krijgen - vooral gezegd van iets dat helemaal niet bevalt)
- een draai aan het verhaal geven (=een hele eigen versie van wat er gebeurd is vertellen)
- een heel alfabet (=een heleboel)
- een schurftig schaap steekt de hele kudde aan (=een slechte persoon in een groep, maakt de hele groep slecht)
- er geen tittel of jota van afweten (=er helemaal geen kennis van hebben)
- van Teeuwes nog Meeuwes weten (=ergens van helemaal geen verstand hebben)
- tabula rasa maken (=geheel herbeginnen - de boel helemaal opruimen)
- moederziel alleen (zijn) (=helemaal alleen (zijn))
- op een strowis komen aandrijven (=helemaal berooid en arm ergens komen)
- zo zat als een deur (=helemaal bezopen zijn)
- van de kook zijn (=helemaal in de war zijn)
- er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
- zwijgen als het graf (=helemaal niets zeggen en/of totaal niets over iets vertellen)
- zwijgen in alle talen (=helemaal niets zeggen, niets van zich laten horen)
- kruit noch lood hebben (=helemaal ongewapend zijn)
- uit het veld geslagen zijn (=helemaal van streek zijn)
- averechts uitpakken (=helemaal verkeerd aflopen. Tegengesteld uitpakken)
- tot op de draad versleten (=helemaal versleten)
- op en top (=helemaal, tot in de puntjes)
- het loopt in`t honderd (=het gaat helemaal mis)
- zo klaar als een klontje voor iemand zijn (=het helemaal begrijpen)
- het is volle bak (=het is helemaal uitverkocht; er zijn heel veel mensen)
- er zit een luchtje aan (=het is niet juist, het klopt niet helemaal)
- er lak aan hebben (=het zich helemaal niet aantrekken)
- het scheelt hem onder de muts. (=hij is niet helemaal goed wijs)
- er zit een schroefje bij hem los (=hij is niet helemaal goed wijs)
- iemand op het verkeerde been zetten (=iemand ergens een verkeerde indruk van geven, waardoor hij of zij iets gaat denken wat helemaal niet klopt)
- in zijn zak hebben (=iemand goed kennen, iets helemaal begrijpen, iets voor elkaar hebben)
- iemand wel achter het behang kunnen plakken (=iemand heel vervelend vinden, waardoor je het liefst even helemaal niets meer met hem of haar te maken zou willen hebben)
- iemand laten barsten (=iemand helemaal niet helpen, aan zijn lot overlaten)
- iemand de brokken in de mond tellen (=iemand iets helemaal niet gunnen)
- iemand van haver tot gort kennen (=iemands persoonlijkheid helemaal kennen)
- bijna is nog niet half en een koe is nog geen kalf (=iets bijna hebben is hetzelfde als iets helemaal niet hebben)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- tot moes slaan (=iets helemaal kapot slaan)
- in geen velden of wegen te zien zijn (=iets is helemaal nergens te vinden)
- iets met een korreltje zout nemen (=iets niet helemaal voor waarheid aannemen)
- iets soldaat maken (=iets openmaken en helemaal opeten)
- dat zal mijn klomp niet roesten (=ik maak me er niet druk om; het kan mij niet schelen)
- je als een vis in het water voelen (=je helemaal op je plaats voelen)
- beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald (=je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat)
50 dialectgezegden bevatten `hele`
- 'k heb de hele dag op me klauwe gestaan (=ik heb heel hard gewerkt) (Rotterdams)
- 'k Heb vannacht gien wenk in de ogen had. (=Ik heb de hele nacht niet geslapen) (Drents)
- 'n boom van 'n kirrel (=een hele grote man) (Westerkwartiers)
- 'n toernee zjinneraol (=rondje voor de hele zaak) (Mestreechs)
- 't heule kakje viel onnersteboov'm (=het hele zoodje viel om) (Westerkwartiers)
- 't is e hele rimbambelle (='t is een heel gedoe) (Veurns)
- 't is nog 'n hil pèrsekusie (=het is nog een hele toer) (Luyksgestels)
- al zun lèève (=vast en zeker, zijn hele leven) (Tilburgs)
- attet garnezoen jing op haus aofkump esset nen heile opstand (=het is een hele bedoening als alle kinderen tegelijk naar huis komen) (Bilzers)
- Ben je op de brommert gekomen? (=persoon met een hele dikke buik) (Rotterdams)
- Better ene ko met 'n beste vlaai, dan 'n hele trop met 'n bult lawaai (=Beter maar een keer raak, dan alleen opschepperij) (Winterswijks)
- da klei kind is een schreemuil ('nen bleiter) (=dat klein kind schreit bijna de hele dag) (Sint-Niklaas)
- Da's 'n baoj van 'n kea’l. (=Dat is een hele stoere vent.) (Aaltens)
- da's 'n rib uut mien lief (=dat kost me bijna m'n hele vermogen) (Westerkwartiers)
- daaj deed hër fëmiele graute sjaan aon (=ze is haar hele familie te schande) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj kan tër toch ën heil poepekas van maoke (=die maakt er een hele opvoering van) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae /det pasjde mit veer tiène (toepen, kaartspel) (=als iemand (hij / zij) zich gewonnen geeft /ondanks hele goede kansen toch stoppen met spelen bij zekere winst (eigenlijk omdat iemand zich moet schamen voor iets)) (Sint-joasters)
- dae ès al alzelaeve e bleuke enne bènnevètter (=die is al zijn hele leven verlegen en introvert) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae gamin doog nie aut zen heil praaj (=dat gastje heeft niets goeds in zijn hele lijf) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae haet eine kop wie ‘ne tujerhamer (=een dikke kop hebben (tujerhamer = een hele grote hamer om weipalen (tujerpäöl) in de grond te slaan)) (Heitsers)
- dao krieg ich hinnevel van (=ik had rillingen over mijn hele lijf) (Berg en Terblijts)
- das ammël één sop (=dat is een hele janboel) (Munsterbilzen - Minsters)
- das nen heilen oremus (=dat is en ganse litanie, een hele opdracht) (Munsterbilzen - Minsters)
- das ten heilen opstand nie wiëd (=dat is de hele bedoening niet waard) (Munsterbilzen - Minsters)
- das un eule gewaorworring (=dat is een hele belevenis) (Oudenbosch)
- dat duurde 'n hiel schoft (=dat duurde een hele poos) (Westerkwartiers)
- dat duurt 'n mins'nleeftied (=dat duurt een hele poos) (Westerkwartiers)
- dat gijt deur tot ien lengte van doag'n (=dat gaat zo nog een hele tijd door) (Westerkwartiers)
- dat lopt d'r as 'n rooie droad deurhen (=dat komt in het hele verhaal terud) (Westerkwartiers)
- dat was 'n heule oberoatie (=dat was een hele moeilijke klus) (Westerkwartiers)
- dat wos ne kieëvërbêk van ët ergste soeët (=dat was een hele kieskeurige vent) (Munsterbilzen - Minsters)
- de gaanse wèruld (=de hele wereld) (Brakels (gld))
- de gaansen dag (=de hele dag) (Tilburgs)
- De Godganse dag. (Als iemand geïrriteerd is) (=De hele dag) (Utrechts)
- De godsganselikke daag (=De hele dag) (Hunsels)
- de heil zwik (=het hele boeltje) (Munsterbilzen - Minsters)
- De hele mazze matte laat los! (=Alles valt uit elkaar!) (Amsterdams)
- De hele santemukraon/ alles in ene kere / Alles tegulaik / (=Alles tegelijkertijd) (Utrechts)
- de heule boedel is ommiedert (=de hele boel is omgevallen) (Westerkwartiers)
- De heule Mikmaeck ( de hele mikmak) (=Alles tegelijk- De hele boel- Iedereen , de hele groep) (Utrechts)
- de heule mikmak (=de hele troep) (Westerkwartiers)
- de heule siksemekliek (=de hele brut) (Westerkwartiers)
- De hieële zjwiek (=De hele groep) (Nunûms)
- de hiele brut (=de hele boel) (Westerkwartiers)
- De hiele husklus mit zandrepe. (=De hele boel.) (zaans)
- De schuur volvelds vegen (=De hele loods aanvegen) (Westlands)
- den adstë van het heil kèt (=de oudste van de hele kudde) (Munsterbilzen - Minsters)
- den heile bênnël (=de hele aanhang, reeks) (Munsterbilzen - Minsters)
- den heile reutemeteut (=de hele op- en aanhang) (Munsterbilzen - Minsters)
- dèn het een neus veur de kop doar ku'j een vèrke met bére (=iemand met een hele grote neus) (Diems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen