Spreekwoorden met `geworden`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `geworden`

  1. ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)

2 betekenissen bevatten `geworden`

  1. boven water zijn (=alles is bekend geworden of is teruggevonden)
  2. het loopt de spuigaten uit. (=het is te veel geworden)

50 dialectgezegden bevatten `geworden`

  1. 'k ben bègekommen (=ik ben dikker geworden) (Sint-Niklaas)
  2. 't Aete waor gans verzawweld (=Het eten was helemaal afgekoeld en smakeloos geworden) (Gelaens (Geleens))
  3. 't is broest gewurren (=het is roest geworden) (Sint-Niklaas)
  4. 't is weer 'n loadertje word'n (=het is weer laat geworden) (Westerkwartiers)
  5. Aa is wa baagekoome (=Hij is dikker geworden) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  6. asof de steen'n spreek'n (=hoe dit bekend is geworden weet niemand) (Westerkwartiers)
  7. autte koje (=groot geworden) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. beiye gek eworren (=ben je gek geworden) (Urkers)
  9. Ben de nouw 'n aartje betoeterd (=Ben je nou helemaal gek geworden) (Bredaas)
  10. ben je belaai(e)tafeld (=ben je gek geworden) (Utrechts)
  11. Ben je besodemietu(r)t / besansodemieterd of zo, gèk? Ben je Belaaitafelt ? (=ben Je gek geworden) (Utrechts)
  12. bende ge naaw hillemoal gek geworre (=ben je nu helemaal gek geworden) (Brabants)
  13. bènde naa himmôl belaojtòffeld (=ben je gek geworden) (Tilburgs)
  14. bende nou himmol betoetert (=ben je nu gek geworden) (Maas en waals)
  15. da brood is verduft (=dat brood is muf geworden) (Sint-Niklaas)
  16. da is mun toch unne kudeejer geworden (=Die is toch dik geworden.) (Tilburgs)
  17. Daddis wir opgesloge (=Dat is weer duurder geworden) (Oudenbosch)
  18. dae is ónger de ker gekómme (=hij is dronken geworden) (Heitsers)
  19. dae kraajg zën kneep nimei tau (=hij is te dik geworden) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. das ne vandege jonge geworre (=dat is een flinke jongen geworden) (Oudenbosch)
  21. das nun eule peejesteker geworre (=dat is een stevige grote vent geworden) (Oudenbosch)
  22. dat wer weer nachtwaark (=dat is weer een latertje geworden) (Westerkwartiers)
  23. det maegdje is auch ónger de ker gekome (=zwanger geworden) (Weerts)
  24. deur ervoaring wies word' n (=door ervaring wijs geworden) (Westerkwartiers)
  25. Di is 'n veis kweit (=Die is gek geworden) (Bevers)
  26. die is struis gewurren (=die is dik geworden) (Sint-Niklaas)
  27. Die zit met kip (denigrerend, met leedvermaak) (=Ze is (onbedoeld) zwanger geworden) (Dordts)
  28. ee se'koocht (=is ze moeder geworden) (Waregems)
  29. één gien strobreed ien 'e weg legg'n (=iemand rustig laten geworden) (Westerkwartiers)
  30. geddoeweige mooi opgewerkt jonge (=ik ben leraar geworden) (Oudenbosch)
  31. hae is naat gewaore toet op zien humme (=hij is kletsnat geworden) (Heitsers)
  32. Hè je je harses op 't besteebord laete legge (=Ben je gek geworden) (Hoeksche Waards)
  33. Het is eur op de emmer gevrore (=Ze is onverwacht zwanger geworden) (Diems)
  34. hi'j hèt 'n tik met de wiksbössel gehad (=hij is gek geworden) (Diems)
  35. hij / zij is niet in duh wieg gesmoord (smoren is het oude woord voor verstikken (bijv door een kussen) Vroeger werden door moeders in paniek dat ze weer een kind zouden moeten grootbrengen de baby gesmoord .. soms het ondergeshoven kindje (onder het bed der ouders) Heel triest.. het gebeurde wel (=hij / zij is erg oud geworden) (Utrechts)
  36. Hij hee wa opgeschaart (=Hij is ziek geworden) (Bevers)
  37. hij is oareg uut de kluut'n wozz'n (=hij is een forse man geworden) (Westerkwartiers)
  38. Hij is op zen eigen begost (=Hij is een zelfstandige geworden) (Bevers)
  39. ie ee ntwa ekreegn (=hij is plots onwel geworden) (Waregems)
  40. j' eet u scheute gekreg' n (=hij is groot geworden) (West-vlaams)
  41. jeet ol vele wienters meegemakt (=hij is redelijk oud geworden) (Kortemarks)
  42. jis in een achte gesleegn (=hij is onwel geworden) (Lichtervelds)
  43. jis in een achte gesleegn (=hij is onwel geworden) (Kortemarks)
  44. konouijn: Dèi es naur oës gekomme mé e konouijn in elen boëk (=Ongehuwd zwanger geworden zijn) (Lebbeeks)
  45. lotte gejadde (=laten geworden) (Zichers)
  46. men is wiezer noa as veur de maarkt (=door ervaring wijs geworden) (Westerkwartiers)
  47. mèt Drie Käöninge zeen de daag eine hanesjrei gelingdj (=de dagen zijn met Drie Koningen weer ietsje langer geworden) (Heitsers)
  48. tes mij verliejd (=als het je te veel is geworden) (Wetters)
  49. tèssem èn zen boeëvekaomer geslaoge (=Hij is er niet goed van geworden) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. tissum in z n bovekaomer gesloge (=hij is niet goed snik geworden) (Oudenbosch)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen