Spreekwoorden met `de vingers`

Zoek

9 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de vingers`

  1. de vingers jeuken hem (=het bijna niet kunnen laten er op los te slaan)
  2. er de vingers voor durven opsteken (=iets durven aanvaarden - zijn verantwoordelijkheid durven opnemen)
  3. iemand op de vingers kijken (=steeds kijken wat iemand doet, en of die het goed doet)
  4. iemand op de vingers tikken (=een standje geven, berispen)
  5. iets door de vingers zien (=iets oogluikend toestaan)
  6. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  7. je in de vingers snijden (=jezelf (onbedoeld) benadelen)
  8. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  9. op de vingers zien (=streng op iemand opletten)

2 betekenissen bevatten `de vingers`

  1. met de Adamsvorken eten. (=met de vingers eten.)
  2. met zijn tien geboden eten (=zonder bestek met de vingers eten)

21 dialectgezegden bevatten `de vingers`

  1. 'n foutje deur de vingers kiek'n (=opzettrelijk een fout over het hoofd zien) (Westerkwartiers)
  2. 't geld glid 'em deur de vingers hen (=hij geeft gemakkelijk veel geld uit) (Westerkwartiers)
  3. aste van iemëd huls, zieste zën gebraeke nie (=als je van iemand houdt, zie je veel door de vingers) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Blief met de klamotten d’r af , of ik krieg ow be’j de klammieten. (=Blijf met de vingers er vanaf anders pak ik jou) (achterhoeks)
  5. dae haet ane waaj geluchtj (=hij kwam erachter dat het hard werken was (de waaj zit aan het einde van een vissenfuik en het is zwaar werk om die op te halen = luchte); zich in de vingers snijden (fig.) kruidenierswaren uit de koloniën) (Heitsers)
  6. de cent'n glied'n heur deur de vingers (=zij kan niet met geld omgaan) (Westerkwartiers)
  7. de kok n vaeg autte pan gaeve (=een timmerman op de vingers tikken) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. de vingers jeuk'n mij (=ik zou hem zo graag een pak slaag geven) (Westerkwartiers)
  9. deran zitn vribblen (=veelvuldig heen en weer wrijven tussen de vingers) (Waregems)
  10. Doetet mét de vingers of doetet mette daum, t vrouke krait en naote praum (=Alle middelen zijn goed om je doel te bereiken) (Bilzers)
  11. één oog taupitse (=iets door de vingers zien) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. en eegske tauwpitse (=door de vingers zien) (Bilzers)
  13. friebelen (=tussen de vingers wrijven) (Sint-Niklaas)
  14. friemëlë en frutsë (=met de vingers draaien en er aan prutsen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. hae zoeg et dër de vingers (=de blinde wou het niet zien) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. hij streek zien haand over 't haart (=hij zag het door de vingers) (Westerkwartiers)
  17. ich gon em ès defteg op ze braud gaeve (=ik ga hem een goed op de vingers tikken) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. ik zal dij mats'n (=ik zal jou door de vingers zien) (Westerkwartiers)
  19. mèt zën vijf geboje aetë (=met de vingers eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. n eegske taupitse (=iets door de vingers zien) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. wat deur de vingers zien (=iets wat niet mag oogluikend toestaan) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen