13 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de Boer`
- als de Boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
- de Boer eet vis als het spek op is (=je moet tevreden zijn met wat je hebt)
- de Boer op de bok liet de teugels vieren, het paard kende zelf de weg wel. (=je moet niet doen alsof je de beste bent, iemand anders weet ook wel wat)
- de Boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgaan om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
- een droge maart en een natte april is de Boeren naar hun wil (=weerspreuk)
- een ongeletterde Boer (=weinig geleerd persoon)
- elk zijn meug, zei de Boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- in februari klagen de Boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
- wanneer de Boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
- wat de Boer aan het koren verliest zal hij aan het spek wel terugvinden (=waar iemand iets verliest zal iemand (anders) iets winnen)
- wat de Boer niet kent, dat eet hij niet. (=mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
- wat de Boer niet kent, dat vreet hij niet (=hij wenst uitsluitend gerechten te nuttigen die hij reeds kent)
- zo vraagt men de Boeren de kunst af (=zo verneem je hoe het moet)
Eén betekenis bevat `de Boer`
- eten dat je zweet en werken dat je het koud krijgt, dat zijn de waren. (=slecht personeel. Uit de tijd dat meiden en knechts bij de Boer in de kost waren.)
35 dialectgezegden bevatten `de Boer`
- (=Als het meevalt gaat de Boer worsten) (Achterhoeks)
- `Aarg geschrouw, mer weinig wol, ` zei de Boer en hie had 't vaarke onder 't mes (=Veel geschreeuw, maar weinig wol) (Barnevelds)
- 's Mérges zèk de Boer : de hoes nie te joëge of te drijve, ve zulle gemêkkelek gedoën krijge.s' Oëves zekter dan : Ver hoeve nimei te jöëge of te drijve, ve zulle toch nimei gedoën krijge (=nooit laten opjutten!) (Bilzers)
- 't komp zoas 't komp zee de Boer en scheet zuk in de boksem (=je kunt je druk maken om van alles en nog wat, het komt toch zoals het komt) (gronings)
- as 'ne boer 'n hin slacht, ès de Boer zik och de hin. (=als de Boer zijn hen slacht...) (Genker)
- as de Boer mij niet holl'n wil, zee de knecht, wil ik niet langer bliev'm (=als men de eer aan zichzelf wil houden) (Westerkwartiers)
- de Boer ha 17 jung en os Merei heitte Tul os en, ooch nog Seefa en osse Jef heitte Fuin en osse Louis heitte Juul, da war fur het nie gemekklijk te maken (=de Boer had 17 kinderen, allemaal jaar op jaar, 3 dochters heette Maria en werden, Tul, Mereë en Seefa genoemd, Onze Jozef heette Feun, onze Louis heete Jef en onze Henrie heette Juul, toch niet gemakkelijk he) (Heusdens)
- de Boer moet wiet'n wat de bodder kost (=de verkoper bepaalt de prijs) (Westerkwartiers)
- de iene boer vroagt an den nare boer, wei giet het be oer pjerd me pjerd da giet nie da lupt, en wei lupt oer pjerd oh het giet (=de ene boer vraagt aan de andere boer hoe gaat met Uw paard de Boer antwoord mijn paard gaat niet, dat loopt, en hoe loopt Uw paard oh het gaat) (Heusdens)
- de vrouwe kan mear met de portemonnee ' t hoes oet drèègn, dan de Boer d' r met de schoefkoare in kan veurn (=de vrouw kan meer uitgeven dan de Boer kan verdienen) (Twents)
- den boer ging nor uis en de stroatjongens kwammun boogoarden (bunderen) (=de Boer ging naar huis en de straatjongens kwamen fruit stelen) (Sint-Niklaas)
- den boer waar himmol aachter op zunnen èkker, k-kos um nie bekwêeke krèège (=de Boer was helemaal achter op zijn akker, ik kon hem niet bereiken met roepen) (Tilburgs)
- Den buur zitj op zijn osjken (=de Boer zit op zijn wc) (Teralfens)
- een dreuge meert en een natte april is noar de Boer zn wil (=een droge maart en ee natte paril is naar de Boer zijn wil) (Doornspijks)
- Een dreuge mèert en natte april, dat is de Boer zien wil (=Weerspreuk) (Drents)
- ès te boer van den akker, dan wieëne hond en jaeger wakker (=als de Boer uit het veld is, is het veld vrij voor de jagers) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae ès auttet veld geslaoge (=de Boer kan het nu wel rooien) (Munsterbilzen - Minsters)
- hae streepde zen mauwe op (=de Boer nam de koe bij de horens) (Munsterbilzen - Minsters)
- hij gijt de Boer op met zien handeltje (=hij gaat met zijn handel op pad) (Westerkwartiers)
- ijis de Boer op (=hij is gaan zoeken) (Oudenbosch)
- It is de Boer allike folle of de kou skiet of de bolle (=Het maakt de Boer niet uit of de koe schijt of de stier) (Fries)
- käöke, det huuertj de boor lever van zien kuuj as van zien luuj (=een boer laten hoort de Boer liever van zijn koeien dan hebben ze goed gegeten) dan van zijn knechten (dan hebben die veel van zijn eten gegeten)) (Heitsers)
- Lichtmis donker; de Boer een jonker (=weerspreuk) (Drents)
- un miêtje dordejuun (=lapje met uien van de Boer) (Flakkees)
- wa dun boer niej kent da vreêttie nie (=wat de Boer niet kent dat eet hij niet) (Brabants)
- Waat de Boer neit kènt, dat vrit hae neit (=Wat de Boer niet kent, dat eet hij niet) (Sittards)
- Wat de Boer nait kent dat vret ie niet. (=Wat de Boer niet kent dat eet hij niet.) (Drents)
- wat de Boer neet kent, dat vret e neet (=wat de Boer niet kent, dat eet hij niet) (Nunspeets)
- wat de Boer net kin, dat fret er net (=wat de Boer niet kent, dat eet hij niet) (Fries)
- wat de Boer nie kint, it ter nie (=wat kent, wat bemint) (Bilzers)
- wat de Boer niet ken dat et d'r niet (=iets onbekends weigeren te proeven) (Westerkwartiers)
- wat de Boer niet ken vret 'er niet (=wat de Boer niet kent eet hij niet) (Westerkwartiers)
- wat den boer nie kent vret e nie (=wat de Boer niet kent eet hij niet) (Sallands)
- wat n boer nie kent, dat wil e nie vrettn. (=wat de Boer niet kent, dat eet hij niet.) (Vechtdals)
- zoe lang den ieëzel de zêk drig, zoe lang hèt de Boer him gieën (=een ezel is geliefd zolang hij goed werkt) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen