Spreekwoorden met `als je`

Zoek

12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `als je`

  1. als je alles van tevoren weet, ga je liggen voor je valt (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  2. als je alles van tevoren wist, dan kwam je met een dubbeltje de wereld rond (=het heeft geen zin zich na afloop te beklagen over gebrek aan voorkennis. (Meestal in antwoord op klachten als `Als ik dat van tevoren geweten had.`))
  3. als je geschoren wordt, moet je stilzitten (=als er scherpe kritiek op je is (je wordt geschoren), kun je beter rustig wachten tot het voorbij is, in plaats van erop in te gaan)
  4. als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
  5. als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
  6. als je veel eet, dan ben je lelijk als je dood bent. (=waarschuwing tegen te veel eten.)
  7. gras gaat niet harder groeien als je eraan trekt (=sommige dingen hebben tijd nodig)
  8. je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
  9. krom jezelf als je door de wereld wilt komen (=je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken)
  10. lach als je begraven wordt (=dat is geen reden om te lachen)
  11. maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
  12. zo lang aardappels poten als je mest hebt (=met iets zo lang mogelijk doorgaan)

85 betekenissen bevatten `als je`

  1. een oortje gespaard is een oortje gewonnen. (=alle beetjes helpen als je spaart.)
  2. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  3. wie zijn ogen sluit, waant zich in Rome (=als je de realiteit negeert, ben je niet bewust van wat er werkelijk gaande is.)
  4. botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
  5. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  6. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  7. gedeeld geheim, verloren geheim. (=als je een geheim doorvertelt is het geen geheim meer)
  8. een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
  9. wie a zegt moet ook b zeggen (=als je eenmaal ergens aan begonnen bent, moet je het ook afmaken)
  10. een zuiver geweten is het beste oorkussen. (=als je eerlijk bent slaap je gerust)
  11. een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
  12. wie scheep is moet varen (=als je ergens aan begonnen bent moet je er mee voortdoen)
  13. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  14. genoeg voor een heel weeshuis. (=als je ergens heel veel van hebt)
  15. gaan doet komen (=als je ergens moeite voor doet komen dingen ook jouw kant op)
  16. wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
  17. opgestaan is plaats vergaan (=als je even wegloopt kan iemand anders op je stoel gaan zitten)
  18. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  19. grijze haren zijn kerkhofsbloemen (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
  20. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  21. wie zwijgt, stemt toe (=als je het ergens niet mee eens bent, moet je het zeggen)
  22. niet geschoten is altijd mis (=als je het niet probeert, komt er ook niks van)
  23. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
  24. een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
  25. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
  26. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  27. als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand (=als je iemand een beetje helpt, wil diegene altijd je hulp)
  28. belofte maakt schuld (=als je iets beloofd hebt moet je dat ook nakomen)
  29. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  30. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  31. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  32. een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan moet je je daar ook aan houden)
  33. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  34. van uitstel komt afstel (=als je iets niet meteen doet, loop je het risico dat het nooit meer gebeurt)
  35. uitstel is geen afstel (=als je iets uitstelt wil dat nog niet zeggen dat je het nooit meer gaat doen)
  36. jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
  37. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  38. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
  39. die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
  40. hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
  41. een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
  42. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  43. alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
  44. veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
  45. gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
  46. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  47. geen bericht is goed bericht (=als je niet weet hoe het met iets of iemand gaat, kun je ervan uitgaan dat het goed gaat, zolang je geen slecht bericht ontvangt)
  48. gissen doet missen (=als je niet zeker bent van je zaak maar gokt, gaat het meestal fout)
  49. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  50. handen in de schoot geeft geen brood. (=als je niets doet verdien je ook niets)

50 dialectgezegden bevatten `als je`

  1. `Zo kunde ennen hoeëp stroont nog lekker maken.` (=als je vindt dat een kok wel erg veel ingrediënten nodig heeft om iets op smaak te brengen zegt men) (Wells)
  2. 'n Doeëdshûmme hieët gein tesse (=als je dood gaat neem je niets mee) (Weerts)
  3. 't is all niet dat oar snien, 't is all die kruljes legn (=als je aan iets begint, moet je het ook kunnen afwerken) (West-Vlaams)
  4. ' T letste humme haet gein tesje!! (=als je dood gaat, neem je niets mee!!) (Steins)
  5. ' t Rare aan gelök is: es te gelök höbs den höbs te geldj g' hadj! (=Het rare aan geluk is: als je geluk hebt, heb je geld gehad!) (Kinroois)
  6. A dj'oeg ni vuugt, ... (=als je niet braaf bent, dan ...) (Walshoutems)
  7. a ge da mor wit (=als je dat maar weet!) (Sint-Niklaas)
  8. a ge da us wit dan gut da perke wel an (=als je dat eens wist dan gaat het lampje wel branden) (Wijchens)
  9. a volanté (=zoveel als je wil) (Brugs)
  10. a-ge-r nie meej schreuwe most, dan most te-r meej laage (=als je er niet mee huilen moest, dan moest je er mee lachen) (Tilburgs)
  11. A-j oolder wördt, wo'j wa wiezer mer nich altied klooker. A'j oolder wördt, wo' j wa wiezer mer nie altied verstaandiger. (=als je ouder wordt wordt je wel wijzer maar niet altijd verstandiger) (Twents)
  12. A'j dat maor weet! (=als je dat maar weet!) (Hoogeveens)
  13. A'j dr bunt, mojje dr ok wean (=als je er bent, moet je er ook wezen.) (Twents)
  14. A'j ergens bint (=als je ergens bent) (Hoogeveens)
  15. A'j gin kop hebt, kö'j nich oet 't raam kiek'n (=als je geen kop hebt, kun je niet uit het raam kijken) (Twents)
  16. A'j neet oppast, houw / bater ik d'r ow ene veur de plate veur! (=als je niet oppast, krijg je klappen!) (Aaltens)
  17. A'j nen döl noar t maark steurt, hebt de koopleu wil (=als je een sufferd naar de markt stuurt, hebben de kooplui plezier) (Twents)
  18. A'j om t geald trouwd bint, he'j ne koo in n stal en n vearkn in berre! (=als je om het geld bent getrouwd heb je een koe in de stal en een varken in bed.) (Twents)
  19. a'j ow van 't domme hold hoe'j ow ok niks te verantwoordn. (=als je niet te veel zegt / doet kan men je ook niet beschuldigen) (Vechtdals)
  20. a'j plat könt praoten, mo'j ‘t neet laoten (=als je nedersaksisch kan praten moet je het niet laten) (Achterhoeks)
  21. A'j plat könt proat'n, mu-j 't niej loat'n (=als je plat kan praten moet je het niet laten) (Sallands)
  22. A'j t earste knoopsgat mist, krie'j t buis nich too (=als je in het begin een fout maakt, komt het niet meer goed) (Twents)
  23. A'j Twents könt proat'n, mu'j 't um mie nich loat'n. A'j Plat kuiern könt, mö'j ’t nie loatn! (=als je Twents kan praten moet je het om mij niet laten.) (Twents)
  24. A’j mekaar geliek geft, bu’j rap oet e kuierd (=als je niet in discussie gaat, ben je snel uitgepraat) (Twents)
  25. a' j neet naor buutn gaot, kom ie ok nargens (=als je niet naar buiten gaat, kom je ook nergens) (Achterhoeks)
  26. A' j niks zegt, völt' t ok niet op da' j dom bunt. (=als je niks zegt, valt het ook niet op dat je dom bent) (Achterhoeks)
  27. aad wieënë ès een guns, mèr joenk blijve een graute kuns (=verzorg je altijd goed als je ouder wordt) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. aal waj in gaten heb n, oevie in de bult'n niey te zuuk'b (=als je het in de gaten hebt, hoef je het in de bulten niet te zoeken) (Klazienaveens)
  29. ache (=als je) (Essens)
  30. agge denkt des goed (=als je denkt dat het goed is) (brabants)
  31. agge mar leut et (=als je maar plezier hebt) (Bergs)
  32. agge mar leut et (=als je maar pret hebt, dan is het goed) (Huijbergs)
  33. agge mar leut het (=als je maar plezier hebt) (Brabants)
  34. agge mar schik het (=als je maar plezier hebt) (Ossies)
  35. agge nie moak dagge weg bin (=als je niet maakt dat je weg bent) (Geldermalsens)
  36. Agge Wouw op oewe rug aar ange, zoude nie naar Baarege verlange (=als je Wouw op je rug moest dragen zou je nooit naar Bergen op Zoom verlangen (naar iets verlangen dat zo goed als onbereikbaar is)) (Roosendaals)
  37. agge ötgaot moete oewen èèremoej töslaote. (=als je uitgaat moet je je geldzorgen even vergeten.) (Tilburgs)
  38. aggetmorwet (=als je dat maar weet) (Antwerps)
  39. aggudèmarwet (=als je dat maar zeker weet) (Brakels (gld))
  40. Aggut nie mir wit vatte kit (=als je het niet meer weet gebruik je kit) (Geldermalsens)
  41. ai geen kop heb kun ie ook nie uut roam kiekn (=als je geen hoofd hebt kun je ook niet uit het raam kijken) (Sallands)
  42. ai heide vreet, kuj bessems scheiten (=als je heide eet, kun je bezems poepen) (Noord-Veluws)
  43. Ai lui bint doa kun ie niks an doon, maar ai meu bint is't oe eig'n schuld (=als je lui bent kun je niets aan doen, maar als je moe bent is het je eigen schuld) (Twents)
  44. ain stet op beurt kiekie altied veur, n gat. A-j ie nen stet op beurt kiek ie altied veur nen gat.* (=als je de staart op tilt kijk je altijd naar een gat) (Twents)
  45. aj gek word, komt joe in de kop an (=als je gek wordt, gebeurt het in je hoofd) (Klazienaveens)
  46. Aj' t niet weet, maj mij wel vraogen, heur! (=als je het niet weet, mag je mij wel vragen, hoor!) (Hoogeveens)
  47. aje touwe aje toto (=had je het gehouden als je het gehad had) (Zeeuws)
  48. Ajje nou niet heul snel ... dan bejje de mijne (=als je niet heel snel ... dan zul je wat beleven) (Utrechts)
  49. alle zeil'n biezett'n (=doen zoveel als je kunt) (Westerkwartiers)
  50. alles ès mér ne wiët (=als je alles weet, is het leven gemakkelijk) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen