Spreekwoorden met `zo`

Zoek


296 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zo`

  1. zo scheef als een krab (=erg scheef)
  2. zo scheel als de hondenwacht (=zeer scheel)
  3. zo scheel als een otter (=zeer scheel)
  4. zo slim als een vos zijn (=heel erg slim zijn)
  5. zo snel als het licht (=heel snel)
  6. zo sterk als een paard (=oersterk)
  7. zo sterk als een paard. (=heel sterk zijn)
  8. zo stijf als een bonenstaak (=bijzonder stijf)
  9. zo stil dat je een speld kunt horen vallen (=bijzonder stil)
  10. zo stom als een vis (=iemand die geen woord zegt)
  11. zo stoned zijn als een garnaal (ook makreel) (=onder invloed zijn van hasj)
  12. zo vader, zo zoon (of: zo moeder, zo dochter) (=kinderen erven de eigenschappen van hun ouders)
  13. zo vast staan als een muts met zeven keelbanden (=erg vast staan)
  14. zo veeg als een luis op een kam (=in groot gevaar verkerend)
  15. zo vol als mut (=eivol)
  16. zo vraagt men de boeren de kunst af (=zo verneem je hoe het moet)
  17. zo vrij als een vogeltje in de lucht (=alles kunnen doen en laten wat iemand wil)
  18. zo welkom als een hond in de keuken (=absoluut niet welkom)
  19. zo wijs als Salomo`s kat zijn (=erg wijs denken te zijn, maar eigenlijk totaal niet zijn)
  20. zo zat als een deur (=helemaal bezopen zijn)
  21. zo zeker als de bank (=iemand die in alles te vertrouwen is)
  22. zo zeker als tweemaal twee vier is (=absoluut zeker)
  23. zo ziek als een hond zijn (=zeer ziek zijn, doodziek op bed liggen)
  24. zo ziet men weer hoe een dubbeltje rollen kan (=zo zie je maar hoe het kan gaan)
  25. zo zijn we niet getrouwd (=op die manier iets niet afgesproken hebben)
  26. zo zit de vork in de steel (=zo zit de zaak in elkaar.)
  27. zo zwaar als een aambeeld (=erg zwaar)
  28. zoals de ouden zongen piepen de jongen (=de jongeren leren het van de ouderen)
  29. zoals de vos steelt, steelt ook het vosje. (=valse ouders hebben valse kinderen.)
  30. zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (=het is nergens zo goed als thuis)
  31. zoals het raait en draait (=zoals het zijn gangetje gaat)
  32. zoals het reilt en zeilt (=zoals het zijn gangetje gaat)
  33. zoden aan de dijk zetten (=daadwerkelijk hulp verschaffen)
  34. zoet gedronken, zuur betaald. (=drankmisbruik kan veel schade aanrichten)
  35. zoete broodjes bakken (=dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed)
  36. zolang er leven is, is er hoop (=er is altijd hoop, dus geef nooit op!)
  37. zonder aanzien des persoons (=zonder iemand voor te trekken; zonder er rekening mee te houden om wie het gaat)
  38. zonder blikken of blozen (=onbeschaamd, zonder zich iets van anderen aan te trekken)
  39. zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
  40. zonder mijn en dijn zou de wereld hemels zijn (=jaloezie en hebzucht maken de wereld een stuk minder fraai)
  41. zonder slag of stoot (=zonder het minste probleem)
  42. zonder strijd, geen overwinning (=na grote inspanning wordt succes pas bereikt)
  43. zorg dat daar geen zwarte hond tussen komt (=pas op dat het niet misgaat)
  44. zout in de wond strooien (=iemands leed verergeren)
  45. zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
  46. zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)

424 betekenissen bevatten `zo`

  1. de violen stemmen (=met elkaar onderhandelen, naar compromissen zoeken)
  2. met het ongewapend oog (=met het blote oog (zonder hulpmiddelen))
  3. met het blote oog (=met het oog te zien, zonder hulpmiddelen)
  4. zo lang aardappels poten als je mest hebt (=met iets zo lang mogelijk doorgaan)
  5. een bliek (spiering) uitgooien om een snoek te vangen (=met zo min mogelijk kosten proberen maximale winst te behalen)
  6. met de deur in huis vallen (=meteen ter zake komen / onmiddellijk over datgene beginnen waarvoor men kwam zonder)
  7. iets voor Jan Lul doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
  8. iets voor Jan Joker doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
  9. gewogen en te licht bevonden (=na onderzoek afgekeurd zijn)
  10. in adamskostuum (=naakt, zonder kleren)
  11. voor hetzelfde geld (=net zo goed)
  12. van dik hout zaagt men planken (=niet al te nauwkeurig of zorgvuldig werken)
  13. met de pet naar iets gooien (=niet echt moeite voor iets doen, zonder inzicht schatten)
  14. tekortdoen (=niet goed verzorgen, niet genoeg geven)
  15. iets onder de leden hebben (=niet helemaal gezond zijn)
  16. geen krimp geven (=niet opgeven, doorgaan zonder te klagen)
  17. niet veel om de hakken (=niet veel bijzonders)
  18. niet veel zaaks (=niet veel bijzonders)
  19. door een eiken plank kunnen zien als er een gat in zit (=niet zo bijzonder zijn als je je voordoet)
  20. het achter de oren hebben (=niet zo dom zijn als men lijkt)
  21. zo `n vaart niet lopen (=niet zo erg zijn als het lijkt)
  22. morgen komt er weer een dag (=niet zo haastig, morgen kan het ook nog)
  23. op rechte wegen gaan (=niet zondig leven)
  24. vijgenbladen zoeken (=nietige uitvluchten zoeken)
  25. geen vlees zonder been (=niets zonder gebreken)
  26. uit de pot van Egypte eten (=nog thuis eten bij de ouders die voor je zorgen)
  27. nog nat(/ niet droog) achter de oren zijn (=nog uiterst onervaren zijn, zodat men er niet over mee kan praten)
  28. duren is een mooie stad (=nu is het goed, maar blijft dat zo?)
  29. iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
  30. zonder blikken of blozen (=onbeschaamd, zonder zich iets van anderen aan te trekken)
  31. een wild haar in de neus hebben (=onbezonnen en wild zijn)
  32. de nieren proeven (=onderzoeken of iets echt waar is)
  33. in een slechte huid (=ongezond - iets ongunstigs verwachtend)
  34. in een slecht vel steken (=ongezond zijn - iets ongunstigs te verwachten hebben)
  35. door de kajuitsramen aan boord komen (=onmiddellijk bevelhebber worden, zonder eerste ondergeschikte te zijn geweest)
  36. nattevingerwerk zijn / Met de natte vinger doen (=onnauwkeurig, overhaast of zonder de geschikte methode of middelen uitgevoerd werk)
  37. zo dom als touw (=onnozelheid of domheid (als in: `Je bent ook zo dom als touw hè?!`))
  38. van Jan Pet (=onverzorgd, waardeloos)
  39. je er met jantje-van-leiden afmaken (=onzorgvuldig zijn en weinig aandacht aan het werk besteden)
  40. bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
  41. plak en gard ontwassen zijn (=ook zonder begeleiding wel kunnen leven)
  42. met de maat waarmee gij meet, zal u weder gemeten worden (=op de manier zoals je een ander behandelt zal je ook zelf behandeld worden)
  43. op de tast (=op het gevoel, zonder te zien)
  44. op je paasbest zijn (=op zijn best gekleed en goed verzorgd zijn)
  45. met een schone lei beginnen (=opnieuw mogen beginnen, zonder dat misstappen uit het verleden nog zichtbaar zijn)
  46. de uitzondering bevestigt de regel (=overal zijn er uitzonderingen)
  47. de markt afschuimen (=overal zoeken wat er `te koop` is)
  48. van december tot maart is de schol de pan niet waard (=platvis moet je in de zomer eten)
  49. iemand onder vier ogen spreken (=praten met iemand zonder dat anderen erbij zijn)
  50. in het gareel lopen (ook: in de pas lopen) (=precies zo doen als de anderen)

50 dialectgezegden bevatten `zo`

  1. dat is neet zo slim (=dat is niet heel erg, ) (Achterhoeks)
  2. dat is overduud'lek (=dat is zo klaar als een klontje) (Westerkwartiers)
  3. dat is zoe kroomp wie un ziekel (=dat is zo krom als het maar kan) (Mestreechs)
  4. dat it nie (=het is niet zo dringend) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. dat ken je op je vingers noatell'n (=dat is zo klaar als een klontje) (Westerkwartiers)
  6. dat kimp zoe na nie (=dat steekt niet zo nauw) (Bilzers)
  7. dat komt mondjesmoat veur (=dat gebeurt niet zo vaak) (Westerkwartiers)
  8. dat komt niet zo krekt heur (=dat steekt niet zo nauw hoor) (Westerkwartiers)
  9. Dat komt zo uit de haven. (=Dat is gestolen.) (Rotterdams)
  10. dat kreeg ze ien heur schoot smeet' n (=dat werd haar zo maar toegeworpen) (Westerkwartiers)
  11. Dat kries te esse zoa veursjneppetig bès (=Dat krijg je als je zo voorbarig bent) (Gelaens (Geleens))
  12. Dat kump neet zo nauw. (=Dat komt niet zo precies.) (Aaltens)
  13. Dat kump neet zoea nej! (=Dat hoeft niet zo precies!) (Steins)
  14. dat kump zoe na nie (=dat komt niet zo nauw) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. dat leit veur de haand (=dat is zo klaar als een klontje) (Westerkwartiers)
  16. Dat lijkt me keihard (=Volgens mij is dat niet zo) (Rotterdams)
  17. dat lik zwaur op men laever (=dat vergeet ik nog zo rap niet) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. dat mes is zo stomp, daor ku'je wel op gaon zitten en naor Keulen riejen. (=dat mes is erg bot.) (Putters)
  19. Dat mes is zo stomp, ie kun er wel op naor Keulen rieden (=Een bot mes) (Giethoorns)
  20. dat plechtte niet te zijn (=dat was vroeger zo niet) (Veusseleirs)
  21. dat schudt ze zo uut heur mouw (=dat verzint ze terplekke) (Westerkwartiers)
  22. dat staek ich èn menen hoële tand (=ik krijg zo weinig eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. dat stik ter nie op (=dat kompt er niet zo precies op aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. dat viels te mèt zên kloempe (=dat voel je zo !) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. dat was 't enne van 't liedje (=zo is het verhaal geëindigd) (Westerkwartiers)
  26. dat zedde geej jao (=dat had ik zo begrepen) (Venrays)
  27. Dat zou wel is kennen wezen (=Dat zou wel is zo kunnen zijn) (Boskoops)
  28. Dat zöt er niet best uut (=Dat ziet er niet zo goed uit) (Klazienaveens)
  29. de aoënhaager wènt en de broekësjijter stink (=doe zo maar verder en je zult wel zien waar je uitkomt !) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. de bekieks mich nog erger dan ën koe wo noë den traajn kiek (=bekijk me zo niet alsof je me niet gelooft) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. de bès nog slimmer asne mins (=dat is slim bekeken, zo had ik het nog niet bezien) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. de bès sjaun genoeg ! (=wees zo niet met je uiterlijk bezig) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. de bès zjus ne waandelende joed (=loop toch niet zo op en af, je werkt me op mijn zenuwen) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. de cent'n groei'n mij niet op 'e rug (=ik kan niet alles zo maar kopen) (Westerkwartiers)
  35. de deur stijt wiedwoag'ns oop'n (=dat is zo helder als maar kan) (Westerkwartiers)
  36. de érmoej kump tich tieëge (=je moet niet rondkijken, je ziet zo dat het er armoedig is) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. de huust bin zo luu zouen me sturm kriehen (=storm opkomst) (Zeeuws)
  38. de höbs zen eege ooch nie gemok (=die is niet zo knap) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. dè is ter enne van lek mien vestje (=een niet zo betrouwbaar iemand, die er met de pet naar gooit) (Sin tunnis)
  40. Dè komt nie op unne prei (=Het komt niet zo precies) (Boxtels)
  41. de kons ër doër ën nöl trèkke (=ze is zo mager dat je haar door de kop van en naald kan halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  42. de kons het aoflaeze van ze geezich (=je ziet het zo aan zijn ogen) (Munsterbilzen - Minsters)
  43. de kons terdüraut kieke (=zo dun als een blad) (Bilzers)
  44. de kons zau mèr nie gek wiëne aste wilts, do¨*e moeste aoënlèg vër hëbbe (=gek word je zo maar niet vanzelf, daar word je mee geboren) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. dê kum niet zoh nauw (=dat hoeft niet zo precies) (Maas en waals)
  46. dè kumt zô naauw nie (=dat komt niet zo precies) (Luyksgestels)
  47. De luiber hef zien veren net zo hard neudig as een muske. (=Iedereen heeft geld nodig) (Drents)
  48. Dè mag um den boik nie rimpellu (=Het komt niet zo precies) (helmonds)
  49. de maus him de hand gaeve (=jullie gelijken zo op mekaar in woord en daad) (Munsterbilzen - Minsters)
  50. de maus tich nauts autdoen vër dastë op stervë liks (=geef niets weg alvorens je zo goed als dood zijt) (Munsterbilzen - Minsters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen