503 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `van`
- een hart van goud hebben (=zeer vriendelijk en behulpzaam zijn.)
- een hart van steen hebben (=geen medelijden met anderen hebben)
- een kind van Laban (=iemand met een blanke huid)
- een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvattingen)
- een klap van de molen (beet) hebben (=niet goed bij het verstand zijn)
- een klap van de molen gekregen hebben (=niet goed meer bij verstand zijn)
- een klap van een lamme aap krijgen (=gekwetst worden)
- een kluwtje dat vanzelf afloopt. (=iets wat zich vanzelf oplost)
- een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
- een land van melk en honing zijn (=een land waar het goed en voorspoedig leven is)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
- een man van de klok zijn (=iemand die steeds precies op tijd is)
- een muur van onbegrip (=een hardnekkig gebrek aan begrip)
- een oud paard hoort graag het klappen van de zweep. (=een oud persoon hoort graag verhalen over het oude vakmanschap)
- een oud paard van stal halen. (=oude argumenten opnieuw gebruiken)
- een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep (=iemand die oud is vindt het fijn te praten over dingen van vroeger)
- een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
- een pak van het hart (=een grote opluchting)
- een paling (snoek) gevangen hebben (=iemand die per ongeluk in het water is gevallen)
- een ridder van de droevige figuur (=een sufferd)
- een ridder van de el (=een kleermaker)
- een ridder van het lui paard zijn (=steeds smoesjes verzinnen en de schuld buiten jezelf leggen)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- een snoek vangen. (=in het water vallen)
- een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
- een stuip krijgen van het lachen (=schaterlachen)
- een taling uitzenden om een eendvogel te vangen (=een kleinigheid opofferen om iets belangrijks terug te krijgen)
- een tang van een wijf. / Een oude tang (=een heks, feeks. / Een oude lastige vrouw)
- een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)
- een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
- een uil vangen (=een grote strop hebben)
- één uur van onbedachtzaamheid, kan maken dat men jaren schreit (=één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben)
- een van de vijf is uit kuieren (=hij is niet goed wijs)
- een veer van zijn mond kunnen blazen (=nog niet totaal uitgeput zijn)
- een verschil van dag en nacht. (=een heel groot verschil.)
- een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
- een vogel die te vroeg zingt, wordt `s avonds van de kat gegeten. (=wie al te jong naar genot streeft, gaat te gronde.)
- een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
- een vos is niet licht met één strik te vangen. (=slimme mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
- een wet van Meden en Perzen zijn (=een regel waarvan nooit mag worden afgeweken)
- een zoon van zijn vader zijn (=het karakter van zijn vader hebben)
- eerst in de boot keur van de riemen (=wie eerst komt, kan eerst kiezen)
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- elkaar vliegen afvangen (=op onbeduidende details elkaar beconcurreren dan wel duidelijk willen laten uitkomen dat men zelf gelijk heeft en de ander niet)
- er bekaaid (van) afkomen (=een te lage prijs ervoor krijgen)
- er de balen van hebben (=iets niet meer leuk vinden en willen dat het stopt)
- er de mond vol van hebben (=praten over de zaken die iemand bezighouden)
- er een halszaak van maken (=iets heel erg aantrekken en ernstig nemen)
652 betekenissen bevatten `van`
- vreemde ogen dwingen (=de ogen van een vreemde heeft meer invloed op je dan van een bekende)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- op de pianist schieten (=de onschuldige (de brenger van het nieuws) straffen)
- ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
- de wrijfpaal zijn (=de schuld krijgen (van alles))
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- van de wal in de sloot (helpen) (=de situatie verergeren in plaats van verbeteren)
- andermans boeken zijn duister te lezen (=de toestand of bedoelingen van een ander zijn moeilijk in te schatten)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
- de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
- de haan is de baas als de hen niet thuis is. (=de vrouw is de baas in huis, ook al vindt de man van niet)
- weten waar de aal kruipt (=de ware bedoelingen van iemand doorzien)
- overstag raken (=de wind van voren krijgen)
- de leer veroordelen maar de leraar sparen (=de wortel van het probleem niet aanpakken)
- de achilleshiel (=de zwakke kant/plek van iets)
- de drager kan het beste zeggen waar de schoen wringt (=degene die een probleem heeft, kan de kern van dit probleem vaak het scherpste benoemen)
- het klopt als een bus (=deze uitdrukking is een contaminatie van het sluit als een bus met: het klopt als een zwerende vinger)
- het heen en weer krijgen (=diarree krijgen - vooral gezegd van iets dat helemaal niet bevalt)
- doen alsof je neus bloedt (=doen alsof je van niets weet)
- je van de domme houden (=doen alsof men van niets weet)
- uit de lucht komen vallen (=doen alsof men van niets weet / erg plotseling en onverwacht)
- in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
- recht praten wat krom is (=door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
- een proefballonnetje oplaten (=door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
- door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
- buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
- tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
- een spaak in het wiel steken (=door iemands ingrijpen gaat een plan van de ander niet door)
- aan de hand van (=door middel van)
- met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
- liefde is blind (=door verliefdheid de gebreken van een ander niet zien)
- alle vrijers zijn rijk. (=door verliefdheid de negatieve dingen van je partner niet zien)
- de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
- een dronken vrouw is een engel in bed (=drank draagt bij aan het beëindigen van de tegenstand)
- heet gebakerd (=driftig van aard)
- de oren wassen (=duchtig ervan langs geven, de waarheid zeggen)
- onder de neus wrijven (=duidelijk zeggen wat er van gevonden wordt)
- groen en geel voor de ogen worden (=duizelen en/of erg van schrikken)
- is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
- ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
- de knoop doorhakken (=een beslissing forceren. (Afgeleid van het verhaal van de Gordiaanse knoop))
- voor paal/schut staan (=een blunder begaan voor de ogen van anderen (en schamen))
- een doos van Pandora zijn (=een bron van problemen, ellende, ziekte en misère zijn)
- een Frans compliment. (=een compliment wat niet zo oprecht of positief is als het aanvankelijk leek)
- dat is opgelegd pandoer (=een duidelijke van te voren afgesproken zaak)
- een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaamd een vlinder vangen))
- voor het inkoppen hebben (=een eenvoudige kans om in een discussie een punt te maken dankzij een voorzet van een ander)
- een draai aan het verhaal geven (=een hele eigen versie van wat er gebeurd is vertellen)
- het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
50 dialectgezegden bevatten `van`
- 'r achterste van je toenge nie loat'n zieën (=zich niet laten uithoren) (Veurns)
- 'R tuusenuit naaie. ''Hij naait er van tuuse'' of ''Hij naait 'm'' (=De benen nemen (weg vluchten) ) (Waalwijks)
- 't achterste van de too nie loadn zien (=iets verzwijgen) (Kaprijks)
- 't ae van oa gat vroagen (=Het hemd van je lijf vragen) (Wichels)
- 't ael es nog nie van au gat gespoeld [hoewel dit nergens terug te vinden is moet `ijl` hier `vruchtwater`betekenen] / ge zèe nog nie druëg achter au uëren (=je komt net kijken) (Wichels)
- 't alvend van de moand (=in de helft van de maand) (Zottegems)
- 't Anbarger plat (=het dialect van Hardenberg) (Vechtdals)
- 't bedde aftrekken (=lakens van het bed halen (om het bed op te maken)) (Meers)
- 't begaoie (=er een potje van maken) (Roosendaals)
- 't beste peerd van staal (=de beste van de groep) (Westerkwartiers)
- 't beste peerd van stal (=onze beste medewerker) (Westerkwartiers)
- 't boov'mste moet eerst uut de zak (=waar men vol van is praat men over) (Westerkwartiers)
- 't Duits lijntje (=Spoor van Boxtel naar Wesel) (Boxtels)
- 't e van nu en ton en nwoit (=uitstelgedrag vertonen) (Wevelgems)
- 't ê-ënt ... (te lochtijnk) (=op het einde van ... (de tuin)) (Kaprijks)
- 't ee'ter ow de schijn van da ... (=het lijkt er wel op dat ...) (Kaprijks)
- 't Ees van mien broek (='t Is niet naar mijn zin) (Ronsisch)
- 't en es van geeën keure (=achteraf gezien liep het zo af) (Waregems)
- 't enne van 't liedje (=de einduitkomst) (Westerkwartiers)
- 't es 't sop van weëgluizen (=vinnige kwajongen) (Waregems)
- 't es beter van de keirk as van de kapelle (=het is beter dat de rijke de rekening betaalt) (Meers)
- 't es d'r stommen ambacht (=zegt men van personen die niet meer met mekaar spreken)) (Meers)
- 't es e flötjen van ne ceng (=het kost geen moeite) (Wichels)
- 't Es e zwalpei. (=Dronken nietsnut die blijft rondhangen. Of nietsnut die van geen hout pijlen weet te maken.) (Zelzaats)
- 't Es ienen van ten alf vijven donkere. (=Hij is niet slim.) (Zelzaats)
- 'T es ier ne veull'n boel (=Het is hier een rommel van jewelste) (Harelbeeks)
- 'T es lyk 't kot van d'èlle (=Het is er zeer lawaaierig) (Harelbeeks)
- 't es mae verdroten (=ik heb er genoeg van) (Wichels)
- 't es mae verlieëd (=ik heb er genoeg van) (Wichels)
- 't es nog ieën'n van zin ieëste brouwk (=Hij is nog maar een beginneling) (Waregems)
- 't es ol goe da van 't virken komt (=varken) (Waregems)
- 't es protnul (=daar is niets van terecht gekomen) (Waregems)
- 't es tit tat 't ut es (=Er genoeg van hebben) (West-Vlaams)
- 't es vaer van au gat, ge moet er nie(d) op zitten (=dat wondje / pijnlijk plekje valt best wel mee) (Wichels)
- 't es van 'n 'ond (=het zit tegen) (Wichels)
- 't es van d'nond zèn kluëten (=dat is niet in orde) (Meers)
- 't es van de ond zijn kluten (=het slaat tegen) (Wetters)
- 't es van den ond (=de zaak is om zeep) (Meers)
- 't es van keskeschiet (=Dit is een prul) (Schunnebroecks)
- 't ès van lèk mijn lèppe (=' t is heel lekker) (Zottegems)
- 't es van moeites (=moeten huwen omwille van zwangerschap) (Leefdaals)
- 't ès van moetës (=moeten trouwen wegens baby op komst) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't es van nond zèn kluët'n (=het is vervelend) (Meers)
- 't es vur 't schijt van te krijgn (=vervelend gedoe) (Knesselaars)
- 't es ze pèkke gecheite (=hij is het evenbeeld van zijn vader) (Leuvens)
- 't Fienste is oek jen oar zeker? (=Je bent ook niet zo fijn van begrip zeker?) (Poperings)
- 't fort van breendonk (=stoere en forse vrouw) (Kaprijks)
- 't Geheim van e good huwelik is e kort memoriej. (=Het geheim van een goed huwelijk is een kort geheugen.) (Kinroois)
- 't gieët d'r lachendjes in en keumtj d'r huulendjes oet (=geboorte van een kind) (Weerts)
- 't gijt van 'n lei'n dakje (=dat loopt als vanzelf) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen