208 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aard`
- het is kwaad stelen waar de waard een dief is. (=het is moeilijk om een bedrieger te bedriegen)
- het is trekken aan een dood paard (=het is een onbegonnen zaak)
- het komt te paard en het gaat te voet. (=ziekte en ongeluk komen vaak heel plotseling, maar het duurt lang voordat men weer hersteld is)
- het oog van de meester maakt het paard vet (=het werk gebeurt beter als de baas toezicht houdt)
- het paard achter de wagen spannen (=iets nutteloos doen of verkeerd aanpakken)
- het paard dat de haver verdient krijgt ze niet (=diegene die het goede gedaan heeft, krijgt de beloning niet)
- het paard moet tot de kribbe komen. (=wie belang heeft bij een zaak moet er zelf op uit gaan)
- het paard ruikt de stal (=opschieten om gauw thuis te komen)
- het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
- het sop is de kool niet waard (=een onderwerp is te onbelangrijk om er aandacht aan te geven)
- het Trojaanse paard inhalen. (=ze hebben zichzelf een ramp op de hals gehaald)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- het zout in de pap niet waard zijn (=niets presteren)
- het zwaard aangorden (=(zich klaarmaken om) de strijd aan (te) binden)
- het zwaard van Damocles (=iets wat snel of ieder moment kan gebeuren)
- hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
- honger als een paard hebben (=veel trek in eten hebben.)
- hoog te paard zitten (=verwaand zijn, eigendunk hebben)
- iemand te paard helpen (=iemand een goede baan helpen krijgen)
- iemand te paard helpen. (=iemand helpen, steunen)
- iemand ter aarde bestellen (=iemand begraven)
- iets beneden zijn waardigheid achten (=iets niet willen doen omdat men vindt dat men een betere taak waard is)
- ik zoek het paard, maar ik zit erop. (=iets zoeken waar je heel dichtbij bent)
- in goede aarde vallen (=door de ontvanger goed ontvangen worden)
- je aardappelen op hebben (=niet verder meer kunnen)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden (=niet iedereen heeft dezelfde positie, de een moet harder of zwaarder werken dan de ander)
- je hebt luxe paarden en werkpaarden. (=je hebt rijke en arme mensen)
- je hemel op aarde verdienen (=een goed en eerlijk leven leiden)
- je kan een paard wel in het water trekken, maar niet dwingen dat het drinkt. (=je moet iemand niet dwingen, zelfs niet tot iets leuks)
- je moet een gegeven paard niet in de mond kijken (=je moet niet te kritisch zijn over cadeaus, of koopjes)
- je moet een paard niet doodknuppelen, voordat je thuis bent. (=te veel haast kan wel eens vertraging opleveren)
- jij raapt nog geen stro van de aarde (=je hebt nog niets verwezenlijkt)
- jong te paard, oud te voet (=als je in je jeugd erg wordt verwend, krijg je het later erg moeilijk)
- kijk een gegeven paard niet in de bek (=je mag niet klagen over de kwaliteit van iets dat men gratis krijgt)
- kijken als een hard geschilde aardappel (=bleek zien)
- kinderen en dronkaards spreken de waarheid (=ze zeggen wat ze vinden, ze zijn ongeremd)
- kleine vossen bederven de wijngaard (=kleine fouten kunnen zorgen voor grote problemen in het geheel)
- man en paard noemen (=niets verzwijgen)
- man en paard noemen. (=duidelijke taal spreken)
- mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
- men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
- met beslagen paarden op het ijs komen. (=goed voorbereid zijn voor zijn taak)
- met de paarden van Sint Franciscus. (=te voet gaan)
- met een hete aardappel in de keel praten (=op een bekakte manier praten)
- met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
- naar de mutsaard rieken (=iets klopt zeer niet (mutsaard = brandstapel) / verdacht worden van ketterij)
- niet veel meer dan een aardappel zijn (=niet erg veel voorstellen)
- nog geen koude aardappel waard zijn (=weinig waard zijn)
- ongelijke paarden trekken kwalijk. (=mensen die teveel verschillen in kwaliteiten, werken vaak niet goed samen)
- ook een raspaard schijt als een karhengst. (=rangen en standen maken mensen niet meer of minder waard)
136 betekenissen bevatten `aard`
- ook een raspaard schijt als een karhengst. (=rangen en standen maken mensen niet meer of minder waard)
- het woord voeren (=spreken (als afgevaardigde door anderen))
- een woord op zijn pas is een daalder waard (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- een woord op zijn pas is zo goed als geld in de tas (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
- te diep in het glaasje kijken (=te veel alcohol drinken en daardoor erg dronken zijn)
- je hand overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
- je handen overspelen (=te veel eisen en daardoor niet slagen)
- iemand honing om de mond smeren (=tegen iemand aardige dingen zeggen/vleien om iets gedaan te krijgen)
- sap noch kracht hebben (=totaal geen waarde hebben)
- moord en brand schreeuwen (=uiterst verontwaardigd zijn)
- als het bier is in de man dan is de wijsheid in de kan (=van dronkaards verwacht men geen verstandige woorden)
- je van de hals houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- je van het lijf houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
- van likmevestje (=van weinig waarde, waardeloos)
- naai geen zakken met zijde (=verspil geen dingen aan iets wat niet wordt gewaardeerd)
- uit de kast komen (=voor je [seksuele] geaardheid uitkomen)
- beter een goede buur dan een verre vriend (=vriendschap op afstand is minder waardevol)
- dat is nog geen haaienvin waard (=waardeloos)
- geen rooie cent waard (=waardeloos)
- van nul en generlei waarde (=waardeloos)
- een doodgeboren kindje (=waardeloos, zonder toekomst)
- de wil voor de daad nemen. (=waarderen dat het goed bedoeld is ook al pakte het anders uit)
- waar je u tegen zegt (=wat absoluut de moeite waard is)
- geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt (=wees niet lichtgelovig, niet iedereen is het vertrouwen waard)
- voor halve vracht meevaren (=weinig gewaardeerd worden)
- nog geen koude aardappel waard zijn (=weinig waard zijn)
- prijs stellen op (=weten te waarderen, graag willen)
- wie `s nachts gaat vissen moet overdag zijn netten drogen (=wie te veel heeft gedronken is de volgende dag niets waard)
- een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
- op hoge poten (=zeer boos, verontwaardigd)
- op de achterste benen/poten staan (=zeer verontwaardigd of boos zijn.)
- geen haring zo mager of men braadt er vet uit. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
- je hand in een wespennest steken (=zich bemoeien met een problematisch onderwerp en wellicht daardoor zelf moeilijkheden krijgen)
- je naadje naaien (=zijn kans waarnemen, zijn aard volgen)
- je lot getroost zijn (=zijn lot aanvaarden)
- moedoen voor Piet Snot (=zonder toegevoegde waarde en zonder erkenning deelnemen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen