Spreekwoorden met `zo`

Zoek


296 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zo`

  1. een papieren zoldertje (=een dunne ijskorst)
  2. een ridder zonder vrees of blaam (=een moedig mens)
  3. een slak komt er net zo goed als een kikker. (=iedereen doet dingen in zijn eigen tempo)
  4. een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
  5. een speld in de hooiberg zoeken (=iets onmogelijks proberen)
  6. een straatje zonder eind (=een eindeloos proces, iets wat nooit ophoudt)
  7. een tien met een griffel en een zoen van de juffrouw (=in de volksmond: De beste beloning voor een 19e eeuws schoolkind)
  8. een vlek op het blazoen (=een smet op de reputatie.)
  9. een vogel zingt zowel van armoe als van weelde. (=je kan positief zijn onder alle omstandigheden)
  10. een vrouw zonder man is als een vis zonder fiets (=feministische uitspraak)
  11. een woord op zijn pas is zo goed als geld in de tas (=spreken op het juiste ogenblik is waardevol)
  12. een zak zout met iemand gegeten hebben (=iemand al lang kennen)
  13. een zondagse steek houdt geen week (=de zondag is geen werkdag maar de dag des Heeren)
  14. een zondagskind (=iemand die steeds geluk heeft)
  15. een zondagssteek houdt geen week (=er rust geen zegen op het werk wat iemand op zondag doet)
  16. een zoon van zijn vader zijn (=het karakter van zijn vader hebben)
  17. één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
  18. elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden)
  19. er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
  20. er gezoden en gebraden liggen. (=ergens heel vaak zijn)
  21. er is niets nieuws onder de zon (=alles is al eerder vertoond)
  22. er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
  23. er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
  24. er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
  25. eten uit de korf zonder zorg (=geen zorgen meer hebben over zijn levensonderhoud)
  26. geef, zodat je gevende blijft (=geef niet meer dan dat je kunt missen.)
  27. geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
  28. geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeite voor te doen)
  29. geen haring zo mager of men braadt er vet uit. (=zelfs uit iets kleins of ogenschijnlijk onbelangrijks valt wel iets waardevols te halen.)
  30. geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben. (=mensen vertellen graag wat voor goeds ze hebben gedaan)
  31. geen katje om zonder handschoenen aan te pakken (=geen gemakkelijk persoon)
  32. geen koe zo zwart of er zit wel een vlekje aan. (=niemand is perfect.)
  33. geen koren zonder kaf (=tussen al het goeie zit altijd ook wel iets minder goeds)
  34. geen krieken zonder stenen. (=niemand is er perfect.)
  35. geen licht zonder schaduw (=tussen al het goeie zit altijd ook wel iets minder goeds)
  36. geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek. (=zelfs vreemde mensen hebben goede eigenschappen)
  37. geen pot zo scheef of er past een deksel op (=voor iedereen is wel een levenspartner te vinden)
  38. geen rook zonder vuur (=er wordt niet over gepraat of er is wel iets van waar)
  39. geen vlees zonder been (=niets zonder gebreken)
  40. geen zo kleine sant of hij wil zijn kaars hebben (=ook de mindere machten moet men gunstig stemmen)
  41. geen zoden aan de dijk brengen/zetten (=niets bijdragen tot)
  42. geen zorgen voor de dag van morgen (=maak je nu nog niet druk over mogelijke toekomstige problemen)
  43. geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkheden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
  44. geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
  45. gezouten scherts (=bijtende scherts)
  46. grote parade en klein garnizoen (=een grote vertoning maar niet veel zaaks)
  47. heb je het ooit zo zout gegeten (=heb je het ooit zo straf meegemaakt)
  48. herenzonden boerenleed. (=de gewone mensen boeten voor de fouten van de mensen met macht)
  49. het bijltje zoeken (=een excuus of uitweg verzinnen)
  50. het gaat zo zijn gangetje (=het verloopt rustig, zonder ups en downs)

424 betekenissen bevatten `zo`

  1. haast je langzaam (=doe het zo snel mogelijk, maar niet sneller (uit het Latijn: Festina lente))
  2. bot gegeten hebben (=dom geboren zijn en zo blijven)
  3. je achter de oren krabben (=door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
  4. een Babylonische spraakverwarring (=door elkaar spreken zonder naar elkaar te luisteren en elkaar niet verstaan)
  5. over lijken gaan (=doordouwen zonder oog voor ethiek of moraal)
  6. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  7. jezelf op de borst slaan (=duidelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is)
  8. met een rode letter aangetekend staan (=duidelijk vermeld , zodanig dat het zeker niet vergeten wordt)
  9. een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
  10. leven als een god in Frankrijk (=een aangenaam en zorgeloos leven hebben)
  11. ambt geeft verstand. (=een baan gekregen hebben zonder er iets van af te weten)
  12. een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)
  13. sanitaire stop (=een bezoek aan de W.C)
  14. iets in één adem uitlezen (=een boek waaraan je begonnen bent heel snel uitlezen, omdat je het zo spannend vindt)
  15. een Frans compliment. (=een compliment wat niet zo oprecht of positief is als het aanvankelijk leek)
  16. een uiltje knappen (=een dutje doen (zogenaamd een vlinder vangen))
  17. een kring om de zon brengt water in de ton. (=een halo rond de zon voorspelt meestal regen)
  18. aan de zwabber zijn (=een onbezorgd leventje leiden)
  19. iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
  20. een krakende wagen (=een onzekere zaak - iemand met een zwakke gezondheid)
  21. iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
  22. een hazenslaapje (=een slaap, die zo licht is, dat men bij `t minste geluid wakker wordt)
  23. er met de pet naar gooien (=een taak bijzonder slordig uitvoeren)
  24. ten hemel schreiend (=een toestand die zo erg is dat er eigenlijk direct iets aan gedaan zou moeten worden)
  25. een broodje aap (=een verzonnen verhaal dat als waarheid wordt verspreid.)
  26. het zeil in top zetten (=een zo goed mogelijke vertoning weggeven)
  27. een mooi span voor een bokkenwagen (=een zonderling koppel)
  28. een hartje zonder zorg (=een zorgeloos iemand)
  29. je het apezuur zoeken (=eindeloos zoeken)
  30. elkaar de bal toespelen (=elkaar voordeeltjes bezorgen)
  31. eruit zien als de dood van ieperen (=er bijzonder slecht uitzien)
  32. er uitzien als melk en bloed (=er gezond uitzien)
  33. goed je mondje kunnen roeren (=er goed voor zorgen dat je mening wordt gehoord)
  34. geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
  35. er is meer dan de molen in het woud omgegaan (=er is iets bijzonders gebeurd)
  36. geen erger venijn dan kwade tongen. (=er is niets zo erg als dat men kwaad van je spreekt.)
  37. de drempel is glad. (=er komt veel bezoek)
  38. aardappelbloed hebben (=er ongezond uitzien)
  39. een zondagssteek houdt geen week (=er rust geen zegen op het werk wat iemand op zondag doet)
  40. de dood of de gladiolen (=er vol voor gaan, zonder compromissen.)
  41. daar zitten nogal wat haken en ogen aan (=er zijn meer problemen dan je op het eerste gezicht zou denken)
  42. om over naar huis te schrijven (=erg bijzonder)
  43. een brave Hendrik zijn (=erg braaf zijn of zich zo voordoen)
  44. iets in de vingers hebben (=ergens ervaring en deskundigheid over hebben opgebouwd, waardoor men met grote kwaliteit en zonder fouten te maken, zich hiermee bezig kan houden)
  45. met de muts naar iets gooien (=ergens geen zorg aan besteden / er een slag naar slaan, ernaar raden)
  46. de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
  47. je hart vasthouden (=ernstig zorgen maken, bang zijn dat het mis gaat)
  48. er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
  49. iemand iets door de neus boren (=ervoor zorgen dat iemand iets niet krijgt)
  50. iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)

50 dialectgezegden bevatten `zo`

  1. 't Is zo wisse as een klontie zuut is (=Zeker van iets zijn) (Drents)
  2. 'T ken Fraizn 't ken doojn moor dou mie moor dooie Fraizen (=Ik heb het niet zo op Friesen) (Gronings)
  3. 't kom nie ip e tette van ne mierebuk (=het steekt niet zo nauw) (West-Vlaams)
  4. 't kom nie op ne juinepel (=het komt niet zo nauw) (Graauws)
  5. 't kump zo as 't kump (=fatalistisch) (Vechtdals)
  6. 't kump zo trage as biej nen osn de melk (=er zit geen schot in de zaak) (Twents)
  7. 't Laeve waas veur veul minse neet zoeë gezellig es de bure get mieë gelök haje! (=Het leven was voor veel mensen niet zo gezellig moesten de buren wat meer geluk hebben!) (Kinroois)
  8. 't lag in mijn leens (=ik had zo een vermoeden) (Waarschoots)
  9. 't Laikent deer wel puur zo drok. (=Het is daar behoorlijk druk.) (Zaans)
  10. 't leste schip mot ok vracht hemm'n (=maak je niet zo druk) (Westerkwartiers)
  11. 't mes snit aan twee kant'n (=zo versterk je elkaar) (Westerkwartiers)
  12. 't moet nôdig zo weze (=het zal wel, ik geloof 'r niks van, ja ja...) (Westfries)
  13. 't schuurtje moet bij 't huuske bliev'm (=zo regelen dat alles blijft kloppen) (Westerkwartiers)
  14. 't steekt nie op een adzuunpelle (=het komt niet zo nauw) (Wesdurps)
  15. 't Steekt nie op een jûûnpelle (=Het komt niet zo nauw) (West Zeeuws Vlaams)
  16. 't steekt op gien andzjuunpelle (=Het steekt niet zo nauw; Het maakt niet (s) uit) (Gents)
  17. 't stikt op gin scharding (='t Steekt niet zo nauw) (Veurns)
  18. 't stikt zo na nie (=zo perfect moet het nu ook wel niet zijn) (Sint-Niklaas)
  19. 't Was novenant! (=Het één was al zo slecht als het ander!) (Dilbeeks)
  20. 't wèr van da, zene (=het was weer zo) (Antwerps)
  21. 't Zit effen dikke, 't Goa kattejongen spuien (=Het gaat zo dadelijk regenen) (West-Vlaams)
  22. ‘t een steek nie op een andzjuunpelle (=het steekt niet zo nauw) (Kaprijks)
  23. (of) tot het zo is ! zo is het gewôan/het is gewôan zo... ,klaar (uit) ! (=dat het zo is !/ het is zo !) (Utrechts)
  24. ' t ès geen raut aut ' n vinster (=het is niet zo erg) (Bilzers)
  25. ' t es zu leutig allemoal tuupetegoare (=het is zo leuk allemaal samen) (Gents)
  26. ' t is ' t ende van de wèèreld nieë (=zo erg is het niet) (Veurns)
  27. ' t is alted iets, en ut so we zen es ut nie zo was (=Het is altijd iets, en het zou wat zijn als het niet zo was) (Dunges)
  28. ' t is ol gin oar snien (='t is niet zo gemakkelijk) (West-Vlaams)
  29. ' t is zo kloar as ' n klondje (=het is zo helder als het maar kan) (Westerkwartiers)
  30. ' t kump neet zoea nej (=het komt niet zo nauw) (Steins)
  31. ' t steekt nie nauwe (=het moet niet zo precies zijn) (Waregems)
  32. ' t Steekt nie op een jûûnpelle (=Het komt niet zo nauw) (Zeeuws)
  33. ' t un doet, ' t un es geeën woar (=het is niet zo) (Waregems)
  34. ' t zo druk hemme ès de pan mee vastenoavend (=het ergens heel druk mee hebben) (Luyksgestels)
  35. a la boneur (=goed zo) (Meers)
  36. A-j zo ,krek kieken ku-j gien bok olln (=Minder secuur bekijken) (Giethoorns)
  37. A-j zo krek kieken ku-j gien bok olln (=het minder secuur bekijken) (Giethoorns)
  38. A'j zo krek kieken ku-j gien bok olln. (=Het minder sikuur bekijken) (Giethoorns)
  39. aangetrouwdj is aangescheête (=een aangetrouwde wordt niet zo gewaardeerd) (Weerts)
  40. aarde gij wir posjus ghe-te? (=waar kwam je voor je werk zo laat vandaan?) (Oudenbosch)
  41. Aarm schraep m'i'j de wortel,aander vreet i em zo op.uitd (=Et is daar armoedig) (Giethoorns)
  42. Ach, ut mag wel zo we'en! (=Het gaat goed met mij) (Hoogeveens)
  43. ae zo ne ceng in twieën bèet'n (=hij is gierig) (Wichels)
  44. ae zo Onzieër van 't kruis lezen (=hij is erg vroom) (Wichels)
  45. aet dat-ste get weurs!! (=eet goed, zo dat je groot en sterk wordt.!!) (Steins)
  46. Agge Wouw op oewe rug aar ange, zoude nie naar Baarege verlange (=Als je Wouw op je rug moest dragen zou je nooit naar Bergen op zoom verlangen (naar iets verlangen dat zo goed als onbereikbaar is)) (Roosendaals)
  47. Aggij nou nie oew bakkus houwt, dan slao ik um subbiet meepussaant dicht (=als jij nu niet je mond houd sla ik hem zo direct dicht) (Tilburgs)
  48. ai nog us i- ens zo liegt heloof k je nie mi (=liegen) (Zeeuws)
  49. Ak oe zo heure (=Als ik je zo hoor) (Hoogeveens)
  50. al bringe de kraeën het aut (=al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel) (Munsterbilzen - Minsters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen