Spreekwoorden met `ere`

Zoek


289 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ere`

  1. de ene bedelaar ziet de andere niet graag voor de deur staan (=men is bang voor concurrentie)
  2. de ene dienst is de andere waard (=wanneer iemand helpt, doet men graag iets terug)
  3. de ene kraai pikt de andere de ogen niet uit (=ze benadelen elkaar niet)
  4. de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
  5. de kip met gouden eieren slachten (=een iets met veel rendement wegdoen)
  6. de kleren maken de man (=iemands kleding bepaalt het aanzien dat hij krijgt)
  7. de koe van de pastoor eet iedere dag mals gras (=wie trouw is aan machtige mensen, heeft een heerlijk leven)
  8. de koperen ploert (=de zon)
  9. de lenden smeren (=afrossen)
  10. de mond roeren (=van zich laten horen, spreken)
  11. de mond snoeren (=tot zwijgen brengen)
  12. de nieren proeven (=onderzoeken of iets echt waar is)
  13. de noppen van de kleren houden (=onkosten met zich meebrengen)
  14. de omgekeerde wereld (=het tegenovergestelde van wat normaal en logisch is)
  15. de pen voeren (=schrijven)
  16. de rollen omkeren (=wat de een normaal doet doet de ander nu en andersom)
  17. de rook kan het hangerijzer niet deren (=het heeft geen zin te proberen iets dat vast staat te veranderen)
  18. de schapen scheren (=gemakkelijk grote winsten maken)
  19. de snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen (=ik ben op goede plaatsen beland)
  20. de teugels laten vieren (=een minder streng beleid voeren)
  21. de tijd zal het leren (=na verloop van tijd is er bekend hoe het gegaan is)
  22. de trom roeren (=veel ophef maken)
  23. de verloren zoon is terecht (=wat (of wie) al lang verloren was, is teruggevonden)
  24. de visjes gaan voeren (=zeeziek zijn en overgeven)
  25. de wereld draait door (=het leven gaat gewoon door, ondanks problemen.)
  26. de wereld in een doosje hebben (=tevreden en gelukkig zijn met wat iemand heeft)
  27. de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  28. de wereld is een schouwtoneel elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
  29. de wereld op zijn duim kunnen draaien (=alles doen wat iemand wil)
  30. de wereld wil bedrogen zijn. (=mensen trappen steeds weer in hetzelfde praatje)
  31. de wijde wereld ingaan/intrekken (=(onbezorgd) op reis vertrekken)
  32. de wijde wereld intrekken (=het verkennen van nieuwe plaatsen, ervaringen en mogelijkheden buiten het vertrouwde)
  33. de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
  34. de wolf zal met het lam verkeren. (=er zal vrede zijn)
  35. die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
  36. donderbuien zuiveren de lucht. (=een ruzie kan een hangende situatie oplossen)
  37. donkere morgens mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
  38. door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manier bekijken)
  39. een adder aan zijn borst/boezem koesteren (=iets doen voor een ondankbaar iemand)
  40. een andere toon aanslaan (=op een andere manier tegen iemand gaan praten)
  41. een bittere pil slikken (=grote moeite ergens mee hebben)
  42. een boom van een kerel (=een grote man)
  43. een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
  44. een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
  45. een hoofd als een ijzeren pot. (=een heel goed geheugen hebben)
  46. een huis met zilveren pannen. (=een huis waar een hoge hypotheek op rust)
  47. een kat komt altijd op z`n pootjes terecht (=ingewikkelde en vervelende dingen kunnen vanzelf weer voor elkaar komen)
  48. een kat komt altijd weer op zijn poten terecht. (=uiteindelijk komt het toch weer in orde.)
  49. een kerel als Kas (=een stevig gebouwde kerel (ironisch bedoeld))
  50. een koopje leveren (=iets onaangenaams doen)

634 betekenissen bevatten `ere`

  1. goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  2. goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  3. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
  4. op de kloosters reizen (=altijd bij vrienden of kennissen logeren)
  5. de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee (=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)
  6. met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
  7. met alle winden meedraaien (=altijd iedereen gelijk geven)
  8. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  9. uit de toon vallen (=anders zijn dan de anderen)
  10. armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
  11. je bent om op te eten (met boter en suiker). (=beeldig, snoezig, hartveroverend, snoeperig.)
  12. geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
  13. iets in de verf zetten (=beklemtonen, accentueren)
  14. elk heeft genoeg in eigen tuin te wieden. (=bekritiseer geen anderen als je zelf niet perfect bent)
  15. maak je borst maar nat (=bereid je voor op een zware klus (of op veel tegenstand))
  16. op een kratje zitten als dat nodig is (=bereid zijn om je aan te passen aan minder luxe)
  17. ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
  18. er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
  19. iemand iets heten liegen (=beweren dat iemand gelogen heeft)
  20. buurmans gras is altijd groener (=bij anderen lijkt het altijd beter (omdat men daar de interne problemen niet van kent))
  21. bij kris en kras zweren (=bij hoog en bij laag zweren)
  22. wijd en zijd zijn (=bij iedereen bekend zijn)
  23. wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
  24. in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
  25. elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
  26. men poot de aardappelen wanneer men wil, ze komen toch niet in april (=boerenregel. Aardappelen komen pas in mei uit)
  27. de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. De aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
  28. je eer verpanden (=borg staan op zijn erewoord)
  29. kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
  30. ze waren fout (=collaborateurs en fascisten gedurende de Tweede Wereldoorlog)
  31. jongens van Jan de Witt (=dappere jongens zijn)
  32. commandeer je hond en blaf zelf (=dat bevel weiger ik uit te voeren)
  33. dat is kaviaar voor hen (=dat is onbereikbaar voor hen)
  34. de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
  35. volgens Bartjens (=de allereenvoudigste rekenstof (als referentie aan onderwijzer Willem Bartjens die een bekend rekenboekje schreef))
  36. de boter alleen op zijn koek willen hebben (=de anderen niets gunnen - zelf alles willen hebben)
  37. het sluit als een bus (=de beredenering klopt)
  38. tussen de regels door lezen (=de diepere betekenis van een tekst begrijpen)
  39. die de minste tanden hebben, kauwen het meest (=de domste mensen voeren gewoonlijk het hoogste woord)
  40. de eigen boontjes doppen (=de eigen zaken regelen zonder hulp van anderen)
  41. olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
  42. zoals de ouden zongen piepen de jongen (=de jongeren leren het van de ouderen)
  43. de jongste schepen wijst het vonnis (=de kinderen willen het het best weten)
  44. door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
  45. van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
  46. de krenten uit de pap halen (=de meest aantrekkelijke gedeelten voor zichzelf bestemmen, bijvoorbeeld de meest interessante taken uit een omvangrijk werk)
  47. er is meer gelijk dan eigen gelijk (=de mening van anderen telt ook)
  48. er is meer dan een koe die blaar/bles heet (=de mening van anderen telt ook)
  49. de rotte appels uit de mand halen (=de minder getalenteerde personen wegsturen, de minder goede dingen sorteren van de goede dingen)
  50. van de wal in de sloot (helpen) (=de situatie verergeren in plaats van verbeteren)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen