128 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `pi`
- `m piepen (=er stilletjes vandoor gaan)
- aan de pimpel zijn (=sterkedrank drinken)
- alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
- als de ragebol rust werkt de spin (=zonder onderhoud raakt `n huis (de omgeving) snel in verval)
- als een pijl uit de boog (zijn) (=snel vertrekken)
- als een pilaarheilige (=onbeweeglijk, stijf)
- als een spin in het web (=de persoon of organisatie waar alles om draait)
- als een zoutpilaar (=onbeweeglijk, stijf)
- als klap op de vuurpijl (=een verrassing)
- als Pasen en pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
- alsof er een engeltje over je tong piest (=iets lekker vinden)
- altijd de kwade pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
- beter blooie piet dan dooie piet (=beter een aarzelend iemand dan iemand die ondoordacht handelt)
- bij de pinken zijn (=snel dingen begrijpen, Handig en flink zijn, Vroeg opstaan)
- dat gaat erin als klokspijs (=dat gaat er gemakkelijk in)
- dat vlas is niet te spinnen (=daar is niets mee te beginnen)
- de een rokkent wat de ander spint (=roddelen)
- de ene kraai pikt de andere de ogen niet uit (=ze benadelen elkaar niet)
- de ene pijl de andere nazenden (=een dwaze of nutteloze daad herhalen)
- de kwaaie pier (=de schuldige)
- de ogen zijn de spiegels der ziel (=in de ogen van een persoon herkent men het karakter)
- de oren spitsen (=goed luisteren)
- de pijp aan maarten geven (=sterven, ermee ophouden)
- de pijp aan Maarten geven. (=er definitief mee stoppen)
- de pijp uitgaan (=sterven)
- de pik op iemand hebben (=iemand voortdurend plagen of aanvallen)
- de pil vergulden (=iets vervelends op zo vriendelijk mogelijke manier zeggen)
- de spiering doet de kabeljauw afslaan (=veel slechte waar op de markt doet de prijzen van de goede waar dalen)
- de spijker op de kop slaan (=de kern van de zaak benoemen)
- de spits afbijten (=als eerste ergens aan beginnen aan iets moeilijks)
- de wereld is een pijp kaneel ieder likt eraan maar krijgt niet veel (=ieder krijgt een klein deeltje van wat de wereld te bieden heeft)
- de zwartepiet doorspelen (=de schuld doorschuiven)
- de zwartepiet krijgen (=de schuld krijgen)
- door de spitsroeden lopen. (=veel kritiek krijgen, gestraft worden)
- een bittere pil slikken (=grote moeite ergens mee hebben)
- een bliek (spiering) uitgooien om een snoek te vangen (=met zo min mogelijk kosten proberen maximale winst te behalen)
- een boer met kiespijn lacht niet (=mensen met pijn kunnen moeilijker ontspannen)
- een graantje meepikken (=meeprofiteren)
- een hele piet (=iemand die meetelt)
- een hoge piet (=iemand van hogere rang of stand)
- een keel als schuurpapier hebben (=een erg droge keel (keelpijn) hebben)
- een knorhaan pikken (=een dutje doen)
- een lelijke pijp roken (=zuur opbreken)
- een loden pijp hebben (=een hete vloeistof snel kunnen opdrinken)
- een papieren zoldertje (=een dunne ijskorst)
- een piet Lut zijn (=kleinzerig zijn)
- een pietje precies (=iemand die de dingen altijd heel precies wil doen)
- een pilaarbijter (=een zeer schijnheilig / hypocriet persoon)
- een spiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
- een spiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
47 betekenissen bevatten `pi`
- eer is teer (=beledigd worden doet pijn)
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
- het oog van de wereld (=de publieke opinie)
- zwijgen en denken zal niemand krenken. (=denk na voor je iets zegt wat pijn kan doen)
- buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
- een keel als schuurpapier hebben (=een erg droge keel (keelpijn) hebben)
- het is kruis of munt, zei de non en ze trouwde de bankier (=een keuze voor het materiële kan ten koste gaan van het spirituele)
- een visje verschalken (=een kleinigheid meepikken)
- een aardige stuiver/duit (=een mooi kapitaal)
- tegen het zere been schoppen (=een pijnlijke opmerking maken over iets wat gevoelig ligt)
- de haren uit het hoofd trekken (=enorm veel spijt hebben)
- in het duister tasten (=er niets over weten, geen aanknopingspunten vinden)
- je geradbraakt voelen (=erg moe zijn en diverse pijnen hebben)
- door de ziel gaan (=erg pijnlijk of verdrietig zijn)
- spijt hebben als haren op zijn hoofd (=erg veel spijt hebben)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- je kruit droog houden (=geen onnodige acties ondernemen of energie verspillen.)
- rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen (=geld of moeite verspillen aan iets nutteloos)
- je fortuin te grabbel gooien (=geld verspillen)
- geld in het water gooien (=geld verspillen)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- het beste paard van stal wordt overgeslagen (=grappige uitspraak wanneer iemand overgeslagen wordt)
- parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
- iets zwart op wit hebben (=het op papier hebben staan)
- de kronkel in de darm hebben (=hevige buikpijn (koliek) hebben)
- de duiten bijten hem (=hij verspilt zijn geld)
- het op iemand begrepen hebben (=iemand goed kunnen verdragen / iemand is altijd de pineut)
- met de hakken in het zand (=koppig blijven)
- een boer met kiespijn lacht niet (=mensen met pijn kunnen moeilijker ontspannen)
- geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
- de tijd heelt alle wonden (=na lange tijd zal de pijn vanzelf over gaan)
- het bier is niet voor de ganzen gebrouwen. (=niet iets verspillen aan degenen die het niet waarderen)
- voor zijn roodkoperen zijn (=oud Haags voor: Alles is piekfijn in orde)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- de mantel naar de wind hangen (=steeds de opinie van de anderen volgen)
- tegen de stroom oproeien (=tegen de gangbare opinie in gaan)
- zo Hollands als haring met uitjes (=typisch Hollands)
- een sfinx zijn (=typisch zijn)
- naai geen zakken met zijde (=verspil geen dingen aan iets wat niet wordt gewaardeerd)
- de tijd is snel, gebruikt hem wel. (=verspil geen tijd aan onbelangrijke dingen)
- de tijd gaat snel, gebruik haar wel (=verspil nooit de tijd die je kan gebruiken)
- de moed in de schoenen doen zinken (=wanhopig worden en de moed verliezen)
- je kaars aan twee kanten branden (=zijn krachten of mogelijkheden al te vroeg verspillen)
- je kruit op de mussen verschieten (=zijn woorden verspillen)
- in iemands gareel lopen (=zonder enige tegenwerping doen wat iemand je opdraagt)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen