64 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `aart`
- alles op één kaart zetten (=een groot risico nemen door op slechts één kans te gokken)
- als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
- bekend staan als de bonte hond met de blauwe staart (=berucht)
- bergafwaarts gaan (=het gaat steeds slechter, bijvoorbeeld met iemands gezondheid)
- daar is een haartje in de boter (=daar is ruzie of wrijving)
- daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
- dat muisje heeft een staartje. (=er zullen nog problemen komen)
- de gekken krijgen de beste kaarten (=het geluk is met de dommen)
- de gekken krijgen de kaart (=dwaze en onverstandige mensen krijgen hun gelijk of ze dat hebben of niet)
- de kaart leggen (=de toekomst voorspellen)
- de kaart van het land kennen (=de omstandigheden kennen)
- de pijp aan maarten geven (=sterven, ermee ophouden)
- de pijp aan Maarten geven. (=er definitief mee stoppen)
- de tijd baart rozen (=ook de diepste (geestelijke) wonden helen na verloop van tijd)
- doorgestoken kaart (=er is heel duidelijk iets mis! Hier is getracht om iemand te laten geloven dat er bij toeval iets gebeurt, terwijl het in feite van tevoren gearrangeerd is)
- een aal bij de staart hebben (=een lastige taak ondernemen)
- een aardje naar zijn vaartje (=het karakter van zijn vader hebben)
- een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een ander (=speciaal willen zijn)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
- een rollende steen vergaart geen mos. (=voortdurende verandering werpen vaak geen vruchten af)
- een staart om hebben (=kwaad zijn)
- een varken heeft wel een krul in zijn staart. (=er is altijd iets om trots op te zijn)
- een zaak/kwestie aankaarten (=een onderwerp ter discussie brengen)
- geld baart onrust. (=waar geld is onstaat vaak onenigheid)
- gunst/winst baart nijd. (=succes leidt tot jaloezie)
- het is maar hoe de kaarten vallen (=het hangt van het lot af)
- het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
- het krullen van de staart is het fatsoen van de hond. (=iedereen heeft wel een positieve eigenschap)
- het scheelde maar een haartje (=dat ging maar net goed)
- het venijn zit hem in de staart (=het slechtste komt op het laatste)
- het zal zo`n vaart niet lopen (=het zal wel meevallen)
- iemand in de kaart spelen (=iemand onbewust helpen)
- instorten als een kaartenhuisje (=plots en snel in elkaar zakken, tenietgedaan worden)
- je in de kaart laten kijken (=meestal onopzettelijk een ander inzicht geven in je bedoelingen)
- je kaarten op tafel leggen (=laten weten over welke middelen je beschikt om iets gedaan te krijgen)
- kaart, keurs en kan, bederven menig man. (=ten onder gaan aan gokken, vrouwen en drank)
- keur baart angst. (=bang zijn om niet de goede keuze te maken door een teveel aan opties)
- komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
- komt men over de hond, dan komt men over de staart (=als de grootste moeilijkheden overwonnen zijn, dan komt de rest vanzelf)
- kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
- maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
- maart heeft knepen in zijn staart (=weerspreuk)
- maart roert zijn staart (=in maart kan het nog stormachtig weer zijn)
- met de vossenstaart geselen (=zacht straffen)
- morgen als kaatje verjaart (=nooit , dat stel ik liever uit)
- nakaarten heeft geen zin (=men moet niet doorgaan met zeuren over iets dat al geweest is)
- oefening baart kunst (=door veel te oefenen verbeteren de prestaties)
- op de kaart zetten (=gemaakt tot iets waar rekening mee gehouden wordt.)
- open kaart spelen (=eerlijk zijn, niets verbergen)
15 betekenissen bevatten `aart`
- een oortje gespaard is een oortje gewonnen. (=alle beetjes helpen als je spaart.)
- de vleespotten van Egypte (=een vroegere tijd van grote welvaart)
- de muizen dansen in het spek. (=er is welvaart)
- hem van jetje/katoen geven (=er vaart achter zetten)
- maart roert zijn staart (=in maart kan het nog stormachtig weer zijn)
- maart heeft een krul in zijn staart. (=in maart kan het wisselvallig zijn)
- vette en magere jaren (hebben) (=jaren met meer welvaart en minder werkloosheid en jaren met minder welvaart en meer werkloosheid)
- iemand beest maken (=kaartspel : zorgen dat iemand geen enkele slag haalt)
- job krijgt op zijn kop (=kaartspel: als klaveren heer wordt afgetroefd)
- iets boven de tafel fietsen (=open kaart spelen met bedoelingen)
- voor top en takel drijven (=scheepvaart : zonder een zeil te voeren)
- als Ieren en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte)
- klein gewin brengt rijkdom in. (=van kleine beetjes komt ook welvaart)
- liever vrij en geen eten dan een volle buik aan een ijzeren keten. (=vrijheid is een hoger goed dan materiële welvaart.)
- sine loco et anno (=zonder opgave van plaats en jaartal)
5 dialectgezegden bevatten `aart`
- asun ouwe schuur braant dan braantie aart (=hopeloos om aan te beginnen) (Oudenbosch)
- das aart gegaon (=dat is vlug gegaan) (Oudenbosch)
- die gaon aart (=die vinden erg veel aftrek) (Oudenbosch)
- vrije is zachies praote en aart liege (=bij je meisje in een goed blaadje willen komen te staan) (Oudenbosch)
- zullie zijn jeul aart vor mijn in de weer gewiest (=zij hebben heel erg hun best voor mij gedaan) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen